Page 114 - MuseScore 2.0 handbook
P. 114
Systeemtekst gebruik je wanneer je indicaties wilt toevoegen aan het hele systeem in plaats van alleen aan een
notenbalk. Dit zorgt voor een verschil bij "Partijen maken" of indien je ervoor kiest om lege notenbalken te verbergen. Om
systeemtekst toe te voegen bepaal je eerst de plaats door een noot of een rust te selecteren en kies je vervolgens in het
menu voor Voeg toe → Tekst → Systeemtekst of gebruik de sneltoets Ctrl+Shift+T (Mac: ⌘+Shift+T). Er verschijnt een klein
tekstvak en je kunt meteen beginnen met typen. Je kunt het tekstvak verlaten (zelfs zonder tekst) door op Esc te drukken.
Tekst bewerken
Tekst bewerken
Om in de tekst bewerkingsmodus te komen zijn en verschillende mogelijkheden:
Dubbelklik op de tekst
Klik met rechts op de tekst en kies "Bewerk element"
Klik op de tekst en druk op Ctrl+E (Mac: Cmd+E)
Opmaak en invoer opties zijn beschikbaar in de tekstwerkbalk onderaan het venster.
Bewerkingscommando's en toetsenbord sneltoetsen
In de tekstbewerkingsmodus zijn de volgende commando's beschikbaar:
Ctrl+B (Mac: ⌘+B) vet
Ctrl+I (Mac: ⌘+I) cursief
Ctrl+U (Mac: ⌘+U) onderstrepen
Home End ← → ↑ ↓ verplaatst de cursor
Backspace (Mac: Delete) verwijder het karakter links van de cursor
Delete (Mac: → Delete or fn+Delete) verwijder het karakter rechts van de cursor
Return start nieuwe regel
F2 (Mac: fn+F2) voeg speciale karakters in (zie hieronder)
Sneltoetsen voor speciale karakters
In de tekstbewerkingsmodus zijn de volgende sneltoetsen beschikbaar om een aantal speciale karaketers in te voeren:
Ctrl+Shift+B: Mol
Ctrl+Shift+F: Forte
Ctrl+Shift+H: Herstellingsteken
Ctrl+Shift+M: Mezzo
Ctrl+Shift+N: Niente
Ctrl+Shift+R: Rinforzando
Ctrl+Shift+S: Sforzando
Ctrl+Shift+Z: Z
Symbolen en speciale karakters
Je kunt Speciale karakters dialoog gebruiken om kwartnoten, breuken en vele andere speciale symbolen of karakters in
de tekst in te voegen. Klik op het toetsenbord icoon in de tekstwerkbalk of druk op F2 (Mac: fn+F2) om het Speciale
karakters dialoog te openen.
114

