Page 23 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 23

3 LANDBOUWGEOGRAFIE

       De te bereiken competenties en leerdoelen voor dit hoofdstuk zijn:

       - Een geactualiseerd geografisch en economisch overzicht opstellen van de landbouw in
          Vlaanderen, België en Europa.

       - De landschappen van de landbouwstreken in België en Europa op foto, kaart en op
          landschapstransect herkennen.

       - De gevolgen van economische keuzes van het Vlaamse, Belgische en Europese
          landbouwbeleid en hun geografische impact op terrein herkennen om in een
          excursieverslag eerder gestelde hypothesen op hun waarheidsgehalte te toetsen.

       - Op systematische wijze een landbouwlandschap analyseren interpreteren, waarbij de
          vakinhouden gekoppeld wordt aan de leerinhouden van het S.O.

       - Landschapselementen uit een landbouwlandschap linken aan fysische
          landschappelijke elementen, zoals ondergrond, bodem en geomorfologie.

       - Op excursie het landbouwlandschap waarnemen en analyseren volgens diverse
          invalshoeken en die gegevens in een aanschouwelijk opgemaakt verslag integreren.

       - In het landbouwlandschap op foto in klas en op terrein tijdens een excursie socio-
          economische kenmerken herkennen en in relatie brengen met verticale en horizontale
          componenten om aldus relevante keuzes betrekking tot foto’s en excursiepunten te
          maken.

3.1 Het landbouwlandschap in Vlaanderen en België

3.1.1  Analyse vanuit geografisch perspectief

       De Belgische landbouw situeert zich geografisch in het landbouwsysteem van moderne
       commerciële landbouw met intensieve teelten (akkerbouw en veeteelt). Op de helft van
       de Belgische grondoppervlakte is dit landbouwsysteem van toepassing. Toch valt België
       uiteen in verschillende landbouwstreken, die elk hun typische kenmerken hebben. Dit
       wijst er op dat de productieomstandigheden toch niet overal gelijk zijn!

           Invloed van het fysisch milieu

       De productieomstandigheden worden in eerste instantie bepaald door het fysisch milieu.
       Hierbij spelen de temperatuur, de neerslaghoeveelheid, het aantal vorstdagen, het reliëf
       en de bodem een belangrijke rol.

       Verduidelijk in de volgende tabel de invloed op de bovenvermelde fysische factoren op
       de landbouwmogelijkheden in België aan de hand van de in de PowerPoint-voorstelling
       getoonde kaarten.

       1 AA VS 2     23 © 2014 Arteveldehogeschool
   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28