Page 185 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 185

opdracht van de overheid voor het eerst een volkstelling gehouden door het Bureau de
                        Statistique Générale en de Commission centrale de Statistique in 1846 onder leiding van
                        Adolphe Quételet. De werkwijze was grotendeels gebaseerd op de telling die in 1829 nog
                        onder het Hollandse bewind werd gehouden. De inlichtingen werden ingewonnen op
                        basis van een zogenaamd huishoudelijk telformulier, en verwerkt per gemeente. In 1856
                        volgde een nieuwe telling en werd wettelijk bepaald voortaan om de tien jaar een nieuwe
                        telling te organiseren. De (eerste) volkstelling in ons land (1846  dus) kan beschouwd
                        worden als de eerste wetenschappelijke telling op wereldvlak. Zij heeft bovendien geleid
                        tot de inrichting van de bevolkingsregisters in de gemeenten. Ongeveer om de 10 jaar
                        werd er een volkstelling gehouden. Na de tweede wereldoorlog werden er volkstellingen
                        gehouden in 1947, 1961 en 1970 telkens op 31 december. De volkstelling van 1981 had
                        plaats  op  1  maart.  Op  1  maart  1991  tot  slot  werd  de  laatste  volkstelling  gehouden.
                        Ingevolge  een  wetsaanpassing  werd  de  volkstelling  nadien  immers  afgeschaft.  Op  1
                        oktober 2001 werd er nog een laatste exhaustieve Algemene socio-economische enquête
                        georganiseerd door het NIS (het vroegere ADSEI), waaraan alle op dat ogenblik in het
                        bevolkingsregister ingeschreven inwoners deelnamen. Het was de allereerste keer dat er
                        zonder tussenkomst van een enquêteur onderzoek werd gedaan. Slechts de huishoudens
                        die ook na een herinneringsbrief niet reageerden werden door enquêteurs bezocht. De
                        participatiegraad  lag  desondanks  met  96,9%  drie  procent  hoger  dan  bij  de  laatste
                        volkstelling in 1991.

                        De volkstellingen in ons land hadden een dubbel doel. Enerzijds waren er wettelijke en
                        administratieve  doeleinden,  zoals  het  vaststellen  van  de  werkelijke  bevolking,  de
                        herziening van de bevolkingsregisters en sinds 1971 werd in de Grondwet opgenomen dat
                        het aantal senatoren en volksvertegenwoordigers per arrondissement bepaald wordt op
                        basis van de gegevens van de volkstelling. Anderzijds waren er statistische doeleinden.
                        Door de combinatie van de diverse inlichtingen die door verschillende telformulieren
                        verzameld worden, zal het mogelijk zijn een beeld te verschaffen van de demografische,
                        culturele, economische en sociale toestand van het land, de gewesten en de gemeenten.
                        Deze inlichtingen vormen de basis van talrijke studiën zowel op administratief als op
                        wettelijk gebied. Uitgebreide formulieren dienen ingevuld te worden om de bestaande
                        toestand  nauwkeurig  te  kennen.  Eventuele  fouten  en  nalatigheden  bij  de  jaarlijkse
                        berekeningen kunnen aldus verbeterd worden.


                        De tellingen gebeuren aan de hand van diverse vragenlijsten die aan elk gezin worden
                        uitgereikt per post. De ophaling van deze vragenlijsten worden uitgevoerd door ongeveer
                        15.000 tellers die de formulieren controleren en in vele gevallen zelf zorgen voor het
                        invullen ervan. Elk gezin dient één gezinstelformulier bestemd voor het gemeentebestuur
                        en  één  bestemd  voor  het  ADSEI  alsmede  een  woningtelformulier  in  te  vullen  en
                        bovendien evenveel individuele telformulieren als er personen in dat gezin aanwezig zijn.
                        In het totaal behelzen de vragenlijsten samen een honderdtal te beantwoorden vragen.
                        De  gegevens  van  een  volkstelling  worden  uitsluitend  benut  voor  het  opstellen  van
                        naamloze statistieken waarbij de strengste geheimhouding in acht wordt genomen. De
                        antwoorden  op  de  vragen  van  de  volkstelling  zijn  dus  strikt  vertrouwelijk.  Deze
                        antwoorden mogen aan niemand worden medegedeeld. Al de tellers zijn gebonden aan
                        het meest strenge beroepsgeheim. Elke inwoner is verplicht zo eerlijk en volledig mogelijk



                        1 AA VS 2                             185                  © 2019 Arteveldehogeschool
   180   181   182   183   184   185   186   187   188   189   190