Page 52 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 52

OPDRACHT
                        Vul  in  de  onderstaande  tabel  enkele  Europese  en  Belgische  plaatsnamen  aan  van
                        vindplaatsen van de vermelde ertsen volgens de orogenese waarbij ze gevormd zijn.



                                           Non-ferro      IJzererts       Steenkool      Aardolie & -gas
                                              erts

                           Cenozocium
                             Alpiene

                          Mesozoïcum

                          Paleozoïcum
                            Variscische
                           Caledonische


                          Pre-Cambrium



               3.2      Het industrielandschap in België

               3.2.1    Inleiding

                        De industriële sector is in België momenteel goed voor iets meer dan een kwart van de
                        werkgelegenheid  en  30%  van  de  toegevoegde  waarde.  Zowel  qua  structuur  als  qua
                        inplanting  weerspiegelt  de  industrie  de  invloed  van  het  verleden  en  van  recentere
                        verschuivingen,  die  vooral  vanaf  het  einde  van  de  jaren  ‘50  bijzonder  ingrijpend  zijn
                        geweest.  We  vermelden  in  dat  verband  de  structurele  wijzigingen,  de  regionale
                        verschuivingen en de verplaatsing van de industriële activiteiten, onder invloed van het
                        toenemend aantal industriezones. Ook de energiesector is inmiddels sterk geëvolueerd.

               3.2.2    Een gediversifieerde industriële structuur

                        In België zijn bijna alle industrietakken vertegenwoordigd, zoals energie, verwerkende
                        nijverheid, bouw en burgerlijke bouwkunde, e.d. Binnen de verwerkende nijverheid zijn
                                                    e
                        bepaalde takken al van in de 19  eeuw of vroeger in België aanwezig. Dat is onder meer
                        het  geval  voor  textiel,  leder,  schoenen,  kledij,  voedingsproducten,  drank,  tabak,
                        metaalverwerkende nijverheid, producten in metaal, machinebouw, papier, drukkerij en
                        gedeeltelijk ook de scheikundige nijverheid. Andere takken hebben zich vooral in de jaren
                                   e
                        ‘60 van de 20  eeuw ontwikkeld, in het zog van de sterke economische groei en de massale
                        toestroom van buitenlandse investeringen. Deze gunstige conjunctuur heeft vooral de
                        scheikundige nijverheid, de houtverwerking en meubelproductie, machinebouw en de
                        fabricage van elektrisch materieel en transportmiddelen geen windeieren gelegd.


               3.2.3    Grote regionale verschillen
                        De werkgelegenheid in de industrie is ongelijk verdeeld. De sterkste concentratie is te
                        vinden in de grote agglomeraties en in de regio’s Binnen-Vlaanderen en het noordoosten
                        van België. Het zuiden van het land, met name het hele centrale gedeelte van de Waalse




                        1 AA VS 2                              52                  © 2019 Arteveldehogeschool
   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57