Page 29 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 29
▪ Invloed van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
Ook Europa legt zijn landen voorwaarden en maatregelen op met betrekking tot de
landbouw. Er is namelijk een Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB), dat
een kader uitzet waarbinnen de landbouw in Europa, dus ook binnen Vlaanderen en
België, zit moet afspelen. Zo wordt de voedselvoorziening, de voedselprijzen, de
levensstandaard van de landbouwers, de voedselveiligheid, het dierenwelzijn, de
duurzaamheid, e.d. gegarandeerd.
ACHTERGROND
9
Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid
Tot na WOII was landbouw in België een kleinschalige bezigheid op familieniveau. De
voedselschaarste tijdens de oorlog gaf aanleiding tot nieuwe wensen binnen het
landbouwbeleid. Zo werd het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) in 1962 in het leven
geroepen, met als doelstellingen om de levenstandaard van de landbouwers te verhogen en
de voedselvoorziening voor de consumenten te verzekeren. Na de door het GLB behaalde
successen in de jaren ‘70, die tot uiting kwamen in de sterke toename van de
landbouwproductiviteit en de regelmatige inkomensstijging voor de landbouwers, was het
zaak werk te maken van het beheer van productieoverschotten in de jaren ‘80. De bijsturende
hervormingen die volgden, leidden tot de invoering van beperkende kwantitatieve
maatregelen in een aantal sectoren, met name door de instelling van de melkquotaregeling in
1984. In 1992 onderging het GLB de meest radicale wijziging in zijn geschiedenis. Deze
behelsde de inkrimping van de marktsteun die gedeeltelijk werd gecompenseerd door
rechtstreekse steun in de vorm van hectare- en dierpremies, zodat het evenwicht op de
markten in het algemeen werd hersteld en een bijdrage werd geleverd aan de stabilisatie van
het landbouwinkomen. In 1999 werd een nieuwe hervorming (MacSharry-hervorming)
goedgekeurd. Als economische sector moet de Europese landbouw multifunctioneel,
duurzaam en concurrentieel zijn en over het gehele grondgebied werkzaam zijn. De Europese
landbouw wordt geacht het landschap en de natuur in stand te houden en een wezenlijke
bijdrage te leveren aan de leefbaarheid van het platteland. Ook is het zo dat de Europese
landbouw moet voldoen aan de wensen en de eisen van de consument op het gebied van de
kwaliteit en de veiligheid van voedselproducten, de bescherming van het milieu en het welzijn
van dieren. De meest recente hervormingen die in 2003 werden ingezet, hebben ook ten doel
het concurrentievermogen van de landbouw te versterken en de productie af te stemmen op
de behoeften van de markt, maar ook de plattelandsontwikkeling te versterken. Na de in 2003
doorgevoerde GLB-hervormingen, onderging het GLB in 2008 nog een aantal wijzigingen. Deze
behelzen een betere afstemming van de productie op de behoeften van de markt en
maatregelen in het kader van de plattelandsontwikkeling om de nieuwe uitdagingen voor de
landbouwsector aan te gaan (klimaatverandering, hernieuwbare energie, biodiversiteit,
waterbeheer, innovatie, e.d.). De Europese Landbouwcommissie heeft voor de periode na
2013 drie doelstellingen die de kern van het toekomstige GLB zullen vormen: rendabele
voedselproductie, een duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen dat gepaard gaat met
acties die de klimaatverandering tegengaan en een evenwichtige territoriale ontwikkeling. De
hervorming van het GLB na 2020 schuift vier zaken naar voor die bijgestuurd moeten worden
of nieuw zijn. Onverwachte zaken zoals bijvoorbeeld de Brexit brengen wat gevolgen met zich
mee inzake budgettering. Door enerzijds de Brexit en anderzijds investering in andere
prioritaire zaken als migratie, defensie en veiligheid zal het budget voor landbouw slinken. Het
GLB wenst een meer eerlijke verdeling van de Europese steun. Een herverdeling van het
landbouwbudget met een vastgelegde bovengrens moet deels antwoord bieden op de
9 Naar (Hermans, 2005) en (Vlaams infocentrum land- en tuinbouw, 2018)
1 AA VS 2 29 © 2019 Arteveldehogeschool

