Page 32 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 32
OPDRACHT
Benoem in de onderstaande tabel deze milieugevolgen met de correcte term. Kies uit:
gezondheid, voedselveiligheid, eutrofiëring, energieverspilling, bodemverontreiniging,
broeikasgassen, dierenwelzijn, overbemesting en drinkwaterverontreiniging.
Bij de meeste akkerbouwgewassen heeft een overmaat aan N een
negatief effect; dit geldt minder voor K en P. Smaakafwijkingen bij
bladrijke groenten zoals salades kunnen hiervan het resultaat zijn.
In het varkensvoeder worden belangrijke hoeveelheden Cu
toegevoegd. Dit komt grotendeels als mest in de bodem terecht. Dit
Directe gevolgen De verrijking van het oppervlaktewater met stoffen stimuleert de
geeft o.a. opbrengstvermindering bij vlinderbloemigen.
groei van algen en bacteriën. Deze doen het zuurstofgehalte van
het water dalen, wat leidt tot vissterfte.
In Vlaanderen wordt een deel van het drinkwater gehaald uit het
oppervlaktewater. Verontreiniging van het oppervlaktewater
betekent dus ook verontreiniging van het drinkwater.
Bij herkauwers komt bij de vertering methaan vrij. Lachgas ontstaat
bij een hoge bemesting en daardoor snelle afbraakprocessen in de
bodem. Ook serres en landbouwmachines produceren schadelijke
gassen.
Hoge nitraatgehalten worden verantwoordelijk geacht voor het
optreden van de bluebabyziekte. Bepaalde soorten kankers zouden
opmerkelijk meer voorkomen in gebieden met zeer nitraatrijk
water.
Door de toegenomen welvaart verbruiken mensen veel meer
Ruimere gevolgen plantaardige naar dierlijke voeding treedt er een energetisch
voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong. Bij de omzetting van
rendementsverlies op.
In de intensieve veehouderij worden de leefvoorwaarden voor het
dier bepaald door economische motieven. Bij batterijsystemen
kunnen afwijkingen voorkomen in het gedrag en de gezondheid van
dieren.
De grote concentratie van dieren doet het risico van ziekte en
sterfte vergroten. Men moet dus zorgen toe te dienen door het
gebruik van vaccins, antibiotica en geslachtshormonen wat zijn
weerslag heeft op de voedselveiligheid.
▪ Biologische landbouw
In de biologische landbouw probeert men de natuurlijke ecologische kringloop terug te
sluiten, om zo de schadelijke gevolgen van de landbouw op het milieu tegen te gaan of
alleszins te beperken. De biologische landbouw neemt in België in belang toe maar de
cijfers over het aantal ondernemingen en de oppervlakte cultuurgrond tonen dat dit
vooral een Waalse aangelegenheid is. In Vlaanderen kennen de biobedrijven wel een
bloei; in vijf jaar tijd was er een verdubbeling van het aantal bio-gecertificeerde runderen.
Uit de opsplitsing per bedrijfstype blijkt dat in Wallonië vooral de veetelers omgeschakeld
zijn, terwijl het in Vlaanderen vooral gaat om tuinbouwbedrijven. Een en ander heeft
natuurlijk te maken met de verschillende specialisaties in beide gewesten.
1 AA VS 2 32 © 2019 Arteveldehogeschool

