Page 139 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 139
nederzettingen. Het proces versnelt in de 20e eeuw: in 1870 telde de wereld slechts 21
steden met meer dan 500 000 inwoners, n 1970 telde men al 331 steden met meer dan
500 000 inwoners; in 1985 al 544. In 1990 telde men 275 steden met meer dan 1 miljoen
inwoners; in 2005 zijn er meer dan 300 steden. Om de omvang en de groei van de steden
te meten baseert men zich veelal op het aantal inwoners ervan of op het procentuele
aandeel van de bevolking van een gebied dat in steden woont. Dat aandeel noemt men
urbanisatiegraad of verstedelijkingsgraad. Dit begrip duidt dus op de mate waarin het
verstedelijkingsproces is gevorderd, uitgedrukt door het aandeel van de totale bevolking
dat in steden woont. Het urbanisatietempo of het verstedelijkingstempo is de mate
waarin de mate waarin de stedelijke bevolking aangroeit.
7.3.4 Post-industriële fase
Vanaf de tweede helft van de 20e eeuw zorgen verdere technologische evoluties voor het
ontstaan van de expanderende post-industriële stad. Geleidelijk wordt de industrie als
stuwende economische activiteit door de tertiaire sector verdrongen. De stadscentra
worden concentraties van handel en diensten. Niet alle steden zijn even goed uitgerust
met tertiaire functies; daardoor ontstaan er dan ook weer nieuwe verschillen tussen de
steden. Door de technologische evolutie groeit ook de mobiliteit. De ruimtelijke
flexibiliteit die door de elektriciteit, het individuele autoverkeer en de telecommunicatie
ontstaat leidt tot een uitdijende stad. De stad breidt nu zo ver uit over het omliggend
gebied dat het platteland alsmaar verder wordt verdrongen. Ook de levensstijl van de
stedelingen die op het verstedelijkt platteland gaan wonen, versnelt dit expansieproces
nog. Door suburbanisatieprocessen in het wonen, werken en winkelen dijt de stad uit en
neemt de omliggende open ruimte in.
Figuur 83: Stadsmodel van Gent tijdens de post-industriële fase
Dit veroorzaakt het einde van het traditioneel begrip ‘stad’. De aangroei buiten de
binnenstad, meestal aaneengesloten bebouwing vormt de stedelijke agglomeratie.
Samen met de voorstedelijke woonzone, ook banlieue of suburbane woonzone genoemd,
vormt dit suburbanisatieproces een stadgewest. Niettegenstaande de zuigkracht van de
stadsgewesten ondergaat het omliggende platteland een proces van rurbanisatie. Door
het toenemend comfort kan men op het platteland blijven wonen maar is men
1 AA VS 2 139 © 2014 Arteveldehogeschool

