Page 141 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 141
Figuur 86: Noordzeemegalopolis
7.3.5 Nieuwe stedelijke tendensen en terminologie in de 21e eeuw26
7.3.5.1 Inleiding
Hoewel de ruimtelijke omvang van vele steden in België ontegensprekelijk nog verder
toeneemt, gaan in de wetenschappelijke literatuur meer stemmen op die moeten
aantonen dat het hierboven geschetste proces van suburbanisatie en stadsvlucht een
halt werd toegeroepen. Vanaf het begin van de jaren ’70 en tot in de jaren ’90 daalde de
bevolking van de grote steden immers. Vandaag is over het algemeen die trend gestopt.
Deze stabilisering, soms zelfs een nieuwe groei, is enerzijds te danken aan gentrificatie,
maar vooral aan de komst van nieuwe immigranten. De demografische heropleving gaat
derhalve niet, of nog niet, gepaard met een stijging van het gemiddeld inkomen van de
inwoners van de steden. Het beleid dat gericht is op een heropleving van de steden mag
dan al zijn eerste vruchten hebben afgeworpen, blijvende positieve resultaten zijn nog
lang niet bereikt. Uit gegevens van de socio-economische enquête van 2001 blijkt dan ook
dat het onderscheid tussen stedelijke wijken en stadsrand morfologisch nog zeer moeilijk
waar te nemen valt. Hierdoor worden deze termen de dag van vandaag niet altijd even
eenduidig gebruikt of is het gebruik ervan niet steeds even vanzelfsprekend. Men acht het
dan ook wenselijk het begrip woonkern te introduceren, zoals gebruikt door het ADSEI.
Deze ruimtelijke omschrijving wordt afgebakend op basis van de grenzen van statistische
sectoren, of buurten, en staat in principe dus los van bestuurlijke grenzen. Dit geldt
trouwens ook voor de afbakening van de stadskern en de kernstad. Voor de centrale stad,
de geoperationaliseerde agglomeratie, het stadsgewest en het stedelijk leefcomplex geldt
de gemeente als basiseenheid.
De hierboven zeer summier beschreven stedelijke tendensen en de gewijzigde
terminologie zorgen ervoor dat het uitzicht van de kaart van de stadsgewesten van 2001
vrij sterk gewijzigd is ten opzicht van deze van 199127.
26 (Van Hecke & Luyten, 2007)
27 Het sinds 2001 ontbreken van een volkstelling alsook het steeds moeilijker te verkrijgen van gedetailleerde
migratiecijfers laat een nieuwe afbakening voorlopig niet toe.
1 AA VS 2 141 © 2014 Arteveldehogeschool

