Page 167 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 167

7.4.8 Structurering van de stedelijke bebouwde kern

7.4.8.1  Leerplandoel
         (3.3) (U) Grote steden ruimtelijk structureren in een centrum, dichtbebouwde wijken (met
         hoofdzakelijk gesloten bebouwing en (hoge) appartementsgebouwen) en de stadsrand
         (met meer halfopen en open bebouwing).

         (2.1) In de bebouwing op basis van terreinwaarnemingen in de eigen leefruimte en/of
         luchtfoto’s bebouwde kernen herkennen

         (2.2) Op basis van terreinwaarnemingen in de eigen leefruimte en/of luchtfoto’s de
         bebouwde kernen structureren en daarbij het centrum onderscheiden van wijken met
         andere functies

7.4.8.2 Begripsomschrijving
           Zowel bij grote, regionale als kleine steden kan men drie delen onderscheiden: het
           stadscentrum, de dichtbebouwde stadswijken en de stadsrand:

         - Stadscentrum: Centraal in de stedelijke bebouwde kern, in het hart van de stad,
             ligt het stadscentrum. Het stadscentrum omvat het historisch centrum met de
             markt, het stadhuis en de kerk. Ook centraal liggen de drukke winkelstraten en
             kantoorgebouwen; er is zowel regionale als lokale handel en diensten terug te
             vinden. De woonfunctie in het stadscentrum is beperkt. Een stedelijke kern kan
             meerdere centra hebben.

         - Stadswijken: Rondom het stadscentrum ligt een zone met overwegend
             rijwoningen, hoge appartementsgebouwen, oude industriële gebouwen en
             scholen. Dit gebied met gesloten bebouwing is de zone met dichtbebouwde
             stedelijke wijken. Dicht bij het stadscentrum bestaan ze uit delen van de
             historische binnenstad en 19de-eeuwse uitbreidingen: arbeidershuizen, oude
             burgershuizen (al dan niet niet in enkele appartementen opgedeeld) en moderne
             appartementsgebouwen. Verder van het centrum bestaat de bebouwing uit
             huizen en appartementswoningen recenter en met meer bouwlagen hoger
             opgetrokken. De dicht bebouwde stedelijke wijken zijn een gebied met
             hoofdzakelijk woongebouwen, maar waar ook andere activiteiten zoals handel,
             scholen, ambachten, ziekenhuizen, kleine en grote bedrijven gemengd
             voorkomen.

         - Stadsrand: De stadsrand wordt gekenmerkt door halfopen en open bebouwing.
             Het is een minder dichtbebouwde zone met overwegend woningen, nieuwe
             bedrijven, kantoren en grote winkels (secundaire handels- en dienstencentra) aan
             belangrijke invalswegen. Bij kleine steden blijft echter de woonfunctie primeren.
             In grotere steden vind je in de stadsrand ook allerlei activiteiten die nodig zijn om
             de stad leefbaar te houden, zoals elektriciteitscentrales, afvalverwerkings-
             bedrijven. Ze vragen de nodige ruimte, zijn vaak belastend voor het milieu en
             ontsieren de stadsrand.

         1 AA VS 2  167                              © 2014 Arteveldehogeschool
   162   163   164   165   166   167   168   169   170   171   172