Page 163 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 163
bevolkingsdichtheid nu veelal het hoogst in de dichtbebouwde stedelijke wijken rond de
stadscentra geldt dat oude profiel niet meer.
7.4.7 Soorten bebouwde kernen
7.4.7.1 Leerplandoelen
(3.1) Op basis van terreinwaarnemingen, landschapsbeelden en topografische
waarnemingen een stedelijke kern, verstedelijkte kern en plattelandskern onderscheiden.
(3.2) (V) Een vergelijking maken tussen een centrum van een stad en het centrum van de
verstedelijkte kern of plattelandskern en daaruit een verschil in aantrekkingskracht naar
de omgeving afleiden.
7.4.7.2 Begripsomschrijving
In de didactische wenken van het leerplan worden de criteria voor indeling van de
bebouwde kernen en vergelijking van het centrum geformuleerd. Er staat immers
vermeld dat de leerlingen op basis van de uitgestrektheid van de bebouwing en de aard
en de verscheidenheid aan handel en diensten een onderscheid moeten kunnen maken
tussen een stad of stedelijke kern, een verstedelijkte kern en een plattelandse kern, en
dat de leerlingen een stedelijk centrum met een verstedelijkt of plattelandscentrum op
basis van deze criteria moeten kunnen onderscheiden en de verschillen in
aantrekkingskracht moeten kunnen afleiden. De criteria zijn dus: uitgestrektheid van het
centrum, aantal en verscheidenheid aan functies, verschillen in werkgelegenheid en
verplaatsingen.
Op basis van de uitgestrektheid van de bebouwing en de aard en de verscheidenheid van
handel en diensten kunnen we drie soorten van bebouwde kernen onderscheiden:
- Plattelandse bebouwde kern: In de plattelandse bebouwde kern, kortweg
plattelandse kern, is de geconcentreerde bebouwing beperkt. Dit zijn kernen met
een klein bevolkingsaantal en weinig uitgestrekt in oppervlakte. Je vindt er weinig
appartementen maar veel eengezinshuizen en boerderijen. Tussen de
landbouwgronden en bossen komt er verspreide bebouwing voor. Langs de
invalswegen tref je kleine stukjes lintbebouwing aan. Het aanbod aan handel en
diensten is gering. De inwoners moeten zich verplaatsen voor onderwijs, winkels
enz. Met de oprukkende bebouwing wordt de open ruimte almaar schaarser, ook
op het platteland. Steeds meer groeperingen zetten zich in voor het behoud van
open ruimte en groen. Open ruimte wordt een waardevol, duurzaam bezit.
- Verstedelijkte bebouwde kern: In de verstedelijkte bebouwde kern, kortweg
verstedelijkte kernen, neemt de geconcentreerde bebouwing meer open ruimte
in. Qua inwonersaantal en qua oppervlakte zijn deze kernen een tussenvorm
tussen plattelandse en stedelijke kernen. In het centrum domineert de gesloten
bebouwing. Aan de rand vindt men veelal lintbebouwing en verkavelingen met
zowel gesloten, als halfopen en open bebouwing. Een verstedelijkte woonkern
heeft een ruim aanbod aan handel en diensten. Toch moeten de inwoners zich
voor meer gespecialiseerde functies verplaatsen naar de stedelijke kern. De
1 AA VS 2 163 © 2014 Arteveldehogeschool

