Page 295 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 295
Brandcultuur Vorm van akkerbouw waarbij een stuk natuurlijke vegetatie
Bruinkool wordt afgebrand om zo de bodem te bemesten.
Fossiele nog niet volledig verkoolde brandstof in het stadium
BNP tussen turf en vette steenkool.
Bruto nationaal product , de waardesom van de productie van
Buitenlandse schuld goederen en diensten in één jaar tot stand gebracht, incl. Alle
Capillaire werking investeringen maar zonder aftrek van afschrijvingen nodig om
CBD economisch versleten kapitaalgoederen te vervangen.
Cellulose Schuld gemaakt door geld te lenen in het buitenland via het
Centrale functie Internationaal Monetair Fonds.
Centrale plaats Werking van vloeistoffen door oppervlaktespanning zodat de
vloeistof zich op en neer kan begeven in smalle openingen al
Centrum-periferie naar gelang van de oppervlaktespanning.
Central Business District, centraal gelegen zaken wijk in een
City stad.
Cokes Houtpulp, basisbestanddeel van hout (50% van totaal
Commonwealth of gewicht).
Brits Gemenebest Goederen en diensten die in een relatief klein aantal plaatsen
Conjunctuur aangeboden worden, maar in een groot aantal verspreid
Continent liggende punten verbruikt worden.
Contingentering Elke plaats, dorp of stad, die het verzorgend middelpunt is van
Contourploegen een bepaald gebied en die functies vervult.
Het centrum is het meest ontwikkelde deel van een land met
een infrastructuur die in het hele land invloed heeft. Het
beïnvloedt de periferie, het deel van het land met weinig
autonomie.
Stadscentrum gekenmerkt door verkantoring, veel winkels en
weinig woongelegenheid.
Vergaste steenkool door het onvolledig verbranden en tijdig
blussen van vette steenkool in een zgn. Cokesoven.
Een vereniging van grotendeels autonome naties onder
leiding van het Verenigd Koninkrijk. De nu onafhankelijke
landen waren vroeger kolonies.
Op en neergaan van de economische toestand in periodes van
hoogconjunctuur en depressie.
Heel groot oppervlakte land, dat men kan doorkruisen zonder
een zee over te steken. Het continent Europa is dus europa
zonder de eilanden.
Vaststellen van de maximale hoeveelheid aan invoer of aan
uitvoer van een bepaald product.
Ploegen van de grond volgens de hoogtelijnen om
bodemerosie minder kans te geven.
Conurbatie Gebied met aan elkaar groeiende steden met hun banlieue.
1 AA VS 2 295 © 2014 Arteveldehogeschool

