Page 291 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 291

10.4.3  Internationaal en Europees natuurbehoudsrecht

        In 1971 werd in Ramsar (Iran) een intergouvernementele overeenkomst getekend tussen
        136 partners inzake watergebieden met internationale betekenis, in het bijzonder als
        woongebied voor watervogels. De ondertekenende landen verbinden zich tot nationale
        actie en internationale samenwerking. Vijf Ramsargebieden werden in het Vlaamse
        Gewest aangeduid, en vier in het Waalse Gewest.

        Op het Europees niveau wordt ernaar gestreefd om een netwerk van beschermde
        gebieden uit te bouwen, Natura 2000, met het oog op het handhaven van de
        biodiversiteit. De gebieden die deel uitmaken van dit netwerk worden door twee
        complementaire Europese richtlijnen bepaald: de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn. De
        Vogelrichtlijn heeft tot doel de instandhouding van alle natuurlijke in het wild levende
        vogelsoorten op het Europese grondgebied te bevorderen. De Habitatrichtlijn heeft tot
        doel de biodiversiteit te behouden en streeft naar de instandhouding en het herstel van
        de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna die er deel van uitmaken. Elke Europese
        lidstaat wordt verplicht op basis van wetenschappelijke criteria een aantal speciale
        beschermingszones aan te duiden. Voor Vlaanderen zijn er 23 Vogelrichtlijngebieden en
        40 Habitatrichtlijngebieden aangeduid. In Wallonië wordt het Natura 2000-netwerk
        gevormd door zo’n 231 sites d’importance communautaire, verdeeld over les zones de
        protection spéciale en lees zones spéciale de conservation. Het Brussels Hoofdstedelijk
        Gewest heeft geen gebieden die onder de Vogelrichtlijn afgebakend konden worden,
        maar er zijn wel drie Habitatrichtlijngebieden aangeduid.

        Wat het opstellen van ecologische netwerken betreft, zijn de gewesten verder gegaan dan
        voorgeschreven door de Europese richtlijnen. Zo werd binnen het Ruimtelijke
        Structuurplan Vlaanderen (RSV) in de afbakening van het Vlaamse Ecologisch Netwerk
        (VEN) voorzien. Twee types gebiedseenheden kunnen worden afgebakend: Grote
        Eenheden Natuur (GEN) en Grote Eenheden Natuur in Ontwikkeling (GENO), die
        geïntegreerd worden binnen een Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk
        (IVON). Dit IVON bestaat uit natuurverwevingsgebieden (NVWG) en
        natuurverbindingsgebieden (NVBG). De VEN-gebieden omvatten 125.000 ha GEN’s en
        GENO’s en 150.000 ha IVON. In deze gebieden krijgt de natuur extra bescherming en
        worden er instrumenten ingezet, zodat eigenaars en beheerders mogelijkheden en
        middelen krijgen. Er wordt gestreefd naar integratie met andere sectoren, zoals
        landbouw, bosbouw en recreatie.

        In Wallonië is er het project cartographie du réseau écologique. Dit netwerk bestaat uit
        de centrale zones, waarbinnen natuurbehoud prioritair is, de biologisch minder
        waardevolle ontwikkelingszones met groot potentieel, en de verbindingszones. In het
        Brussels Hoofdstedelijk gewest hebben de programma’s maillage vert en maillage bleu
        in het regionaal ontwikkelingsplan de bedoeling netwerken te concipiëren, respectievelijk
        voor de groene ruimtes en de waterlopen.

        1 AA VS 2  291  © 2014 Arteveldehogeschool
   286   287   288   289   290   291   292   293   294   295   296