Page 31 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 31

Directe gevolgen                       Figuur 9: Relaties tussen landbouw en milieu

Ruimere gevolgen Directe en ruimere gevolgen van de landbouw op het milieu

Zoals hierboven wel al duidelijk werd, heeft de landbouw vele gevolgen op het milieu.

Benoem in de onderstaande tabel deze milieugevolgen met de correcte term. Kies uit:
gezondheid, voedselveiligheid, eutrofiëring (oppervlaktewaterverontreiniging),
energieverspilling, bodemverontreiniging, broeikasgassen, dierenwelzijn, overbemesting
en drinkwaterverontreiniging.

                                                     Bij de meeste akkerbouwgewassen heeft een overmaat aan N een
                                                     negatief effect; dit geldt minder voor K en P. Smaakafwijkingen bij
                                                     bladrijke groenten zoals salades kunnen hiervan het resultaat zijn.
                                                     In het varkensvoeder worden belangrijke hoeveelheden Cu
                                                     toegevoegd. Dit komt grotendeels als mest in de bodem terecht. Dit
                                                     geeft o.a. opbrengstvermindering bij vlinderbloemigen.
                                                     De verrijking van het oppervlaktewater met stoffen stimuleert de
                                                     groei van algen en bacteriën. Deze doen het zuurstofgehalte van
                                                     het water dalen, wat leidt tot vissterfte.
                                                     In Vlaanderen wordt een deel van het drinkwater gehaald uit het
                                                     oppervlaktewater. Verontreiniging van het oppervlaktewater
                                                     betekent dus ook verontreiniging van het drinkwater.
                                                     Bij herkauwers komt bij de vertering methaan vrij. Lachgas ontstaat
                                                     bij een hoge bemesting en daardoor snelle afbraakprocessen in de
                                                     bodem. Ook serres en landbouwmachines produceren schadelijke
                                                     gassen.
                                                     Hoge nitraatgehalten worden verantwoordelijk geacht voor het
                                                     optreden van de bluebabyziekte. Bepaalde soorten kankers zouden
                                                     opmerkelijk meer voorkomen in gebieden met zeer nitraatrijk
                                                     water.
                                                     Door de toegenomen welvaart verbruiken mensen veel meer
                                                     voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong. Bij de omzetting van
                                                     plantaardige naar dierlijke voeding treedt er een energetisch
                                                     rendementsverlies op.
                                                     In de intensieve veehouderij worden de leefvoorwaarden voor het
                                                     dier bepaald door economische motieven. Bij batterijsystemen
                                                     kunnen afwijkingen voorkomen in het gedrag en de gezondheid van
                                                     dieren.
                                                     De grote concentratie van dieren doet het risico van ziekte en
                                                     sterfte vergroten. Men moet dus zorgen toe te dienen door het
                                                     gebruik van vaccins, antibiotica en geslachtshormonen wat zijn
                                                     weerslag heeft op de voedselveiligheid.

1 AA VS 2         31 © 2014 Arteveldehogeschool
   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36