Page 124 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 124

Voor de historicus is een plaats die vroeger over stadsrechten beschikte een stad. In het
                        verleden was een stad ook morfologisch gemakkelijk te onderscheiden van het platteland
                        door haar stadswallen.

                        Een  ambtenaar-bestuurder  en  een  jurist  steunen  op  administratief-rechtelijke
                                                                          de
                        overwegingen om van een stad te spreken. Tot in de 19  eeuw beschikten steden over
                        eigen  rechten  ten  opzichte  van  het  platteland  dat  sterker  onderhorig  was  aan  de
                        overheden. België telt een honderdtal gemeenten die bij wet de titel van stad mogen
                        voeren. Voor de toekenning van deze eretitel door het Belgisch parlement aan bepaalde
                        gemeenten bestaan geen vaste criteria.

                        Een demograaf-statisticus zal op wereldschaal bij voorbeeld een gemeente met meer dan
                        5.000 inwoners als stad beschouwen. Andere statistici hanteren op wereldschaal liever
                        een  norm  van  20  000  inwoners.  De  toepassing  van  de  eerste  norm  op  België  maakt
                        duidelijk waarom die universele grenswaarde voor België niet bruikbaar is. Sinds de fusies
                        van gemeenten in 1977 zijn er in België van de 596 gemeenten 491 met meer dan 5.000
                        inwoners. In de praktijk hanteren statistici van elk land hun eigen normen gebruiken om
                        administratieve eenheden als steden te gaan bestempelen; met drempelwaarden tussen
                        2.000 inwoners en 30.000 inwoners.

                        De  socioloog  en  psycholoog  beoordelen  het  maatschappelijk  leven  en  stellen  het
                        stedelijke  gedragspatroon,  van  anonimiteit,  kleine  huishoudens,  hoog  inkomen,  lage
                        godsdienstigheid en relatief hoge misdadigheid, tegenover het landelijke gedragspatroon
                        met tegenovergestelde kenmerken.

               6.1.2    Geografische benadering van het begrip stad

                        De  geografie  stelde  zich  aanvankelijk  sterk  morfologisch  en  beschrijvend  op:  de
                        aaneengesloten bebouwing, de grote bouwhoogte, het grote aantal inwoners, de hoge
                        bevolkingsdichtheid, het drukke verkeer en de concentratie van activiteiten kenmerken
                        de stad in contrast met de woonkernen van de landelijke omgeving. Geleidelijk is de
                        geografie  de  stad  meer  ruimtelijk-functioneel  en  verklarend  gaan  benaderen.  Men
                        beschouwt de stad als een plaats met centrale functies. Het wezenlijke van een stad is
                        het centrum-zijn voor de eigen bevolking en die van de omgeving. Men treft er onder
                        meer goederen en diensten aan die elders niet voorkomen, waardoor men vanuit andere
                        woonkernen gebruik maakt van het centrum. Ook de niet-agrarische functies worden
                        beklemtoond. Daarbij worden de morfologische kenmerken eerder als een gevolg van dit
                        centrum-zijn beschouwd. Men definieert steden ook als plaatsen waar doorgaans een
                        belangrijk  deel  van  de  bevolking  en  haar  bestuurlijke  instellingen  in  een  compacte
                        bebouwing  zijn  geconcentreerd,  goed  bereikbaar  door  de  samenkomst  van
                        verkeerslijnen, met een onevenredig groot deel van de niet-agrarische bedrijvigheid, waar
                        allerlei  organisaties  hun  hoofdzetel  hebben,  van  waaruit  de  nieuwsvoorziening  zijn
                        invloed doet gelden en waar het culturele gebeuren zich grotendeels voltrekt.

                        Op  basis  van  deze  verschillende  geografische  benaderingswijzen  kunnen  we  de  stad
                        definiëren  als  een  nederzetting  met  centrale  (niet-agrarische)  functies,  een  hoge






                        1 AA VS 2                             124                  © 2019 Arteveldehogeschool
   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129