Page 160 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 160
uitbreidingen: arbeidershuizen, oude burgershuizen (al dan niet niet in enkele
appartementen opgedeeld) en moderne appartementsgebouwen. Verder van het
centrum bestaat de bebouwing uit huizen en appartementswoningen recenter en
met meer bouwlagen hoger opgetrokken. De dicht bebouwde stedelijke wijken zijn
een gebied met vooral woningen, maar waar ook andere activiteiten zoals handel,
scholen, ambachten, ziekenhuizen, kleine en grote bedrijven gemengd voorkomen.
- Stadsrand: De stadsrand wordt gekenmerkt door halfopen en open bebouwing. Het
is een minder dichtbebouwde zone met overwegend woningen, nieuwe bedrijven,
kantoren en grote winkels aan belangrijke invalswegen. Bij kleine steden blijft echter
de woonfunctie primeren. In grotere steden vind je in de stadsrand ook allerlei
activiteiten die nodig zijn om de stad leefbaar te houden, zoals elektriciteitscentrales,
afvalverwerkingsbedrijven. Ze vragen de nodige ruimte, zijn vaak belastend voor het
milieu en ontsieren de stadsrand.
Figuur 102: Schematische voorstelling van een stedelijke bebouwde kern
Figuur 103: Kenmerken van de stedelijke bebouwde kern
De stedelijke woonkern wordt begrensd door landbouwgrond, bossen, braakliggende en
woeste gronden, waartussen zich eventueel verspreide bebouwing bevindt. Deze
begrenzing van de stedelijke bebouwde kern wordt de stadsgrens of bij grote steden de
agglomeratiegrens genoemd. Lintbebouwing langs drukke uitvalswegen vormt
langgerekte uitlopers van de agglomeratie, waar ook concentraties van handel en
diensten in de vorm van nieuwe secundaire handelskernen kunnen voorkomen.
Grote of regionale steden ontwikkelen zich tot een stadsgewest, als resultaat van
functionele en morfologische verstedelijking. Bij kleine steden, zoals de meeste Vlaamse
steden, is er geen ontwikkeling tot een stadsgewest. De stedelijke bebouwde kern is dan
klein en de continue bebouwing overschrijdt nauwelijks de grenzen van de centrale
gemeente. Veelal is het stadscentrum ook klein en zijn de dichtbebouwde stadswijken
niet uitgestrekt. Verderop nemen wijken van de stadsrand, met overwegend nieuwere
1 AA VS 2 160 © 2019 Arteveldehogeschool

