Page 172 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 172
6.5.2 Vóór 1962
Voor 1962 hadden de meeste gemeenten eigen stedenbouwkundige voorschriften. Door
het ontbreken van voorschriften op een hoger niveau – de wet op de stedenbouw was er
nog niet – had men nauwelijks tot geen invloed op ruimtelijke ordening in Vlaanderen,
zeker wanneer vanaf de jaren ’50 er een sterke aangroei was van de individuele
woningbouw op het platteland en langs bestaande wegen. Door de groeiende
suburbanisatie werd massaal gebouwd buiten de steden en werd de lintbebouwing een
feit. Dit wordt heel sprekend wanneer we Vlaanderen vanuit de lucht bekijken en
vergelijken met Nederland. Vlaanderen kent een wanordelijk uitzicht. Het voorbeeld uit
Nederland toont dat een compacte bebouwde kern zonder lintbebouwing ook kan.
32
Figuur 118: Vlaanderen en Nederland vanuit de lucht
6.5.3 Wet op de stedenbouw (1962)
In 1962 maakte de Belgische overheid werk van een beleid op ruimtelijke ordening: de
wet op de stedenbouw ging in 1962 van kracht.
Deze wet gold en geldt nog steeds voor gans België.
Er werd hierbij een hiërarchisch systeem van
plannen opgezet, met gewestplannen, APA’s en
BPA’s (zie figuur hiernaast), waarbij een lager plan
steeds in overeenstemming moet zijn met een
hoger plan. De wet van 1962 bepaalt ook dat steeds
het recentste plan moet gevolgd worden. Doen
over eenzelfde perceel meerdere BPA’s een
uitspraak, dan moet het meest recente gevolgd
worden. Een BPA most altijd gevolgd worden, en
gaat boven een APA en een gewestplan. Een APA
gaat boven het gewestplan. Op elk van deze
Figuur 119: Hiërarchisch systeem van plannen wordt in wat volgt dieper ingegaan.
plannen volgens de wet op de stedenbouw
32 (Van Hecke, Vanderhallen, & Devos, Zenit 5/6 Infoboek ASO, 2013)
1 AA VS 2 172 © 2019 Arteveldehogeschool

