Page 174 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 174
Het Decreet op de Ruimtelijke Ordening in 1999 zorgde voor een volledige ommekeer:
voortaan spreken we over de planning van ruimte! Er is een systeem op poten gezet met
twee soorten plannen dat op termijn alle voorgaande plannen moeten vervangen.
6.5.4.1 Ruimtelijke Structuurplan
Het Ruimtelijk Structuurplan of RSP is een beleidsdocument, opgemaakt voor het
volledige grondgebied van Vlaanderen, de provincies en de gemeentes, dat als eerste stap
(voor RUP) de toekomstige visie weergeeft van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling, met
principes. Er is hierbij geen aanduiding van de concrete bestemming voor een stuk grond,
noch zijn er exacte afbakeningen op perceelsniveau of zijn er stedenbouwkundige
voorschriften. Wel is er een grafische voorstelling met pijlen, symbolen en schetsen die
de dynamiek van de regio moeten weergeven. Het is zelf ook een dynamisch beleidsplan,
dat regelmatig moet worden bijgestuurd en aangepast aan de nieuwe ruimtelijke en
maatschappelijke noden. Een RSP bestaat steeds uit een grafisch plan samen met drie
tekstdelen: een informatief gedeelte, met info over de bestaande structuur en bestaande
evoluties en processen, een richtinggevend gedeelte met beleidskeuzes die men wil
maken naar de toekomst toe en een bindend gedeelte, met wat men echt wil en moet
realiseren in het kader van het ruimtelijk beleid.
6.5.4.2 Ruimtelijke Uitvoeringsplan
Een Ruimtelijk Uitvoeringsplan of RUP wordt steeds opgemaakt voor een deel van het
grondgebied van Vlaanderen, de provincie of de gemeente. Het wordt opgemaakt na het
RSP, als uitvoering ervan en moet de principes en keuzes ervan dus volgen. Er kan nooit
een RUP gemaakt worden als er nog geen RSP bestaat. Een RUP is een plan met concrete
stedenbouwkundige voorschriften, die kunnen gaan over de bestemming (functie), de
inrichting (bv. bouwhoogte, materiaalgebruik …), e.d. Een RUP bevat zowel kaart als tekst.
Grafisch lijkt een RUP sterk op een BPA: het is een exacte afbakening op perceelsniveau
van bestemmingen en functies per gebied. Een RUP vervangt steeds alle voorgaande
bestemmingsplannen!
6.5.4.3 Subsidiariteitsprincipe
Elke ruimtelijke beslissing moet genomen worden op het best passende niveau. Er zijn
drie overheidsniveaus bevoegd: de gewestelijke, provinciale en gemeentelijke overheid.
Elke overheid maakt zowel een structuurplan als ruimtelijke uitvoeringsplannen.
6.5.5 Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen
De overheid wil steeds zeer bewust een algemene ruimtelijke visie ontwikkelen waarbij
ondermeer de volgende twee pijlers belangrijk zijn: (i) inspraak en participatie van de
verschillende belangengroepen; (ii) een duurzame ruimtelijke ontwikkeling. Een
duurzame ruimtelijke ontwikkeling houdt in dat er bij de opmaak van RSP’s en RUP’s
rekening wordt gehouden met de erfgoedwaarde en de natuurwaarde van een gebied;
de ruimtelijke kwaliteit en de ruimtelijke draagkracht. Daarbij hanteert de overheid een
aantal principes binnen ruimtelijke ordening zoals het begrenzen van ruimtelijke groei en
het bundelen van bepaalde activiteiten of juist het mengen van sommige functies. Op
e
basis van deze visie, uitgangspunten en principes werd eind de jaren negentig van de 20
eeuw het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (RSV) goedgekeurd.
1 AA VS 2 174 © 2019 Arteveldehogeschool

