Page 146 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 146
grote stad laten ruimte toe voor de ontwikkeling van grotere stadsgewesten rond een of
twee regionale steden. Zo domineert Hasselt het centrum van Limburg, Namen de
gelijknamige provincie. Brugge en Kortrijk nemen elk een groot deel van West-
Vlaanderen voor zich. De overblijvende ruimte liet vaak ruimte toe voor de ontwikkeling
van een kleiner stadsgewest, zoals Oostende, Mechelen, Turnhout, Sint-Niklaas,
Verviers, Doornik, e.d. Genk vormt omwille van de beperkte afstand tot de stad Hasselt
een uitzondering. Ook de ontwikkeling van het stadsgewest Bergen op eerder beperkte
afstand van de grotere stad Charleroi valt op, zeker als men bedenkt dat tussen beide nog
de kleine regionale stad La Louvière ligt. Door haar centrale ligging en toegewezen
provinciale functies heeft deze stad, met aangrenzende, vroeger op de
steenkooleconomie gerichte dichtbevolkte gemeenten ontstaan, gegeven aan het meest
bevolkte stadsgewest rond een regionale stad.
De regionale steden Roeselare, Aalst, La Louvière en Aarlen beantwoorden niet aan de
uitbouw van een stadsgewest. Rond deze steden is het suburbanisatieproces afwezig op
de rand van Aarlen na, doch de totale bevolking is te gering om volgens de gangbare
normen als stadsgewest beschouwd te worden. Aalst ligt in de schaduw van Brussel, heeft
een belangrijke woonkern doch zonder zichtbare suburbanisatie. Dit is ook het geval voor
de woonkern Roeselare, een recent gegroeid economisch zwaartepunt. La Louvière werd
van 1970 tot 1991 als centrum van een stadsgewest beschouwd.
Na 1991
De samenstelling van de meeste stadsgewesten is gewijzigd tussen 1991 en 2001.
Brugge, Kortrijk, Verviers, Oostende, Doornik en Sint-Niklaas zijn onveranderd gebleven.
De meest stabiele stadsgewesten zijn Oostende en Sint-Niklaas, die al sinds 1981 dezelfde
samenstelling kennen. De stadsgewesten van 1971 werden afgebakend op
deelgemeenteniveau wat vergelijking onmogelijk maakt.
Het bevolkingsaantal van bijna alle stadsgewesten is tussen 1991 en 2006 gegroeid,
Kortrijk en Doornik zijn hier de uitzondering, zij zijn daarenboven niet van samenstelling
veranderd en kennen dus een effectieve afname van bevolkingsaantal. De bevolking van
de overige stadsgewesten die niet van samenstelling zijn veranderd namelijk Brugge,
Verviers, Oostende en Sint-Niklaas is licht toegenomen.
De totale oppervlakte van de stadsgewesten Brussel en Leuven is afgenomen. De
indicatoren voor de twee gemeenten die aan de rand van twee stadsgewesten liggen,
namelijk Zemst bij Mechelen en Bertem bij Leuven zien hun fluxindicatoren overhellen
naar die twee steden zodat ze overgeheveld worden van de banlieue van Brussel naar de
banlieue van Mechelen of Leuven. Leuven zag een aantal van haar banlieue gemeentes
terug forensenwoonzone worden. Toch kennen beide stadsgewesten een toenemend
bevolkingsaantal. Merchtem is een nieuwe banlieuegemeente van Brussel. Aan de
agglomeratie van Leuven wordt Herent toegevoegd, een voormalige banlieuegemeente
en aan de banlieue wordt naast de reeds genoemde Bertem ook de voormalige gemeente
van de forensenwoonzone van Brussel toegevoegd, namelijk Boutersem. De agglomeratie
1 AA VS 2 146 © 2014 Arteveldehogeschool

