Page 194 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 194
Tabel 11: Demografische evolutie in Brussel (2000-2008)
8.3.2 Demografische extrapolatie op lange termijn (2007-2060)
8.3.2.1 Bevolkingsevolutie
België, geleidelijke vertraging van bevolkingsgroei
Op het nationale niveau blijven de geboorten gedurende de volledige periode boven het
peil van 2006 (121.382 geboorten). Het sterftecijfer, dat in 2006 101.587 bedroeg, zou
blijven stijgen tot 134.422 eenheden in 2050. Het natuurlijk saldo van België zou na 2040
opnieuw negatief worden. Op het niveau van het land bedraagt het interne migratiesaldo
nul, omdat elke inwijking overeenstemt met een uitwijking elders op het grondgebied.
Het internationale migratiesaldo van 49.536 in 2006 stijgt naar een maximum in de
eerstvolgende jaren, maar daalt nadien. Het natuurlijk saldo en het migratiesaldo duwen
de bevolking de hoogte in. In 2006 bedroeg de jaarlijkse bevolkingsaangroei 69.331
eenheden, tegen vermoedelijk 78.620 in 2010. Daarna zakt de aangroei opnieuw (21.375
eenheden in 2050).
Tabel 12: Bevolkingsevolutie in België (2006-2060)
Vlaanderen, deficitaire natuurlijke balans vanaf 2030
In Vlaanderen zou het jaarlijkse aantal sterfgevallen fors toenemen, namelijk van 56.179
in 2006 tot bijna 80.000 in 2050. Aangezien de vruchtbaarheid lager lag in Vlaanderen,
zouden er meer sterfgevallen dan geboorten zijn in 2030 en de volgende decennia. Het
natuurlijk saldo zou daardoor negatief worden. Het saldo van de interne migraties, 6.377
in 2006, zou stijgen naar 7.505 in 2030 en daarna stabiliseren. Het externe saldo zou licht
stijgen, van 21.546 in 2006 tot 23.805 in 2010, en daarna vrij sterk krimpen tot 16.097 in
2020 en slechts 7.169 in 2030. De jaarlijkse bevolkingsaangroei met 37.399 eenheden in
1 AA VS 2 194 © 2014 Arteveldehogeschool

