Page 193 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 193
Wallonië, bevolkingsgroei dankzij migratie
Met 3,5% ligt de aangroei van de Waalse bevolking tussen 2000 en 2008 iets onder die
van Vlaanderen. De toename van de natuurlijke aangroei vloeit voort uit de daling van het
sterftecijfer en een toename van de geboorten. De bevolkingstoename is echter vooral
het gevolg van de positieve migratiesaldi, zowel de interne migratie als de externe, die in
2008 achtmaal hoger lag dan in 2000. De toename van de vruchtbaarheid was dus niet zo
groot, maar de stijging van de levensverwachting bij de geboorte, lag hoger dan in de
overige gewesten. Het relatieve gewicht van de grote leeftijdscategorieën bleef stabiel.
De stijging van de gemiddelde leeftijd (met 0,9 jaar) was niet zo groot als in Vlaanderen,
wat toe te schrijven is aan de omvang en de leeftijd van de immigratie. De vervanging van
de beroepsbevolking (15-24 jaar versus 55-64 jaar) daalde van bijna 130 % in 2000 tot
bijna 106% in 2008, wat meer is dan in Vlaanderen. De vergrijzing binnen de
beroepsbevolking daarentegen, evolueerde er gunstiger dan in Vlaanderen, namelijk van
92% naar 105%. Ook de verhouding tussen de groep 65+ en de groep 0-15 jaar evolueerde
gunstiger dan in Vlaanderen. De intensiteit van de vergrijzing was over die periode sterker
dan in Vlaanderen.
Tabel 10: Demografische evolutie in Wallonië (2000-2008)
Brussel, sterke bevolkingsgroei en verjonging door internationale migratie
Zuiver demografisch is Brussel het gewest waar de vergrijzing het minst tot uiting komt.
De aangroei van de bevolking over 2000-2008 was er het sterkst (+9%). De geboorten
namen er met 31% toe, terwijl het sterftecijfer in 2008 8% lager lag dan in 2000. Zo klom
de natuurlijke aangroei met 149%. Brussel heeft een negatief intern migratiesaldo ten
opzichte van de andere gewesten, maar dit wordt ruim gecompenseerd door het extern
migratiesaldo, dat in 2008 180% hoger lag dan in 2000. Het vruchtbaarheidscijfer ligt er
het hoogst (2,07). Ook hier nam de levensverwachting bij de geboorte toe, maar niet zo
sterk als nationaal. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de gemiddelde leeftijd er
daalde van 39,05 jaar naar 38,11 jaar. De vervangingsgraad van de beroepsbevolking ging
in Brussel minder achteruit dan nationaal en de vergrijzing van de beroepsbevolking was
er minder uitgesproken. Het aantal ouderen ten opzichte van het aantal jongeren is in
Brussel afgenomen, maar bij de senioren is er een duidelijke vergrijzing.
1 AA VS 2 193 © 2014 Arteveldehogeschool

