Page 131 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 131
6.3.2 Pre-industriële fase
de
De ontwikkeling van de steden van in de Middeleeuwen tot in de 19 eeuw was, zoals
hoger vermeld, maar mogelijk doordat het omliggend platteland voldoende
voedseloverschotten kon produceren en konden vervoerd kunnen worden naar de niet-
agrarische stadsbewoners. Vanwege de geringe technische ontwikkeling in deze
agrarische maatschappij; verliep het transport langzaam en inefficiënt. Daardoor bleven
de meeste steden klein in inwoneraantal. De stadsbewoners waren ambachtslui,
handelaars en bestuurders. De stedelingen beschikten veelal over een grote mate van
vrijheid van feodale lasten. Het is de fase van de pré-industriële stad. Uit die tijd dateren
ook de meeste radiaal-concentrische stadspatronen van de binnensteden van de West-
Europese steden.
Figuur 81: Gentse binnenstad
Binnen de stadsmuren, de huidige binnenstad, woonden veelal ook een aantal boeren
met landerijen binnen en buiten de omwallingen. Veel stedelingen beschikten ook over
grote tuinen met groenten, fruitbomen en een erf met kleinvee of varkens. Op de plaats
van de stadsmuur vind je nu meestal de stadsring. Met de evolutie van de maatschappij
vanuit de Middeleeuwen tot op heden is bijvoorbeeld de arbeidsverdeling alsmaar groter
geworden. In de middeleeuwse stad gaan de ambachten zich sterk ruimtelijk groeperen
in wijken of straten van scheerders, ververs, wevers, looiers, e.d. Die taakverdeling gaf
aanleiding tot alsmaar nieuwe stedelijke functies die zich in de stad ruimtelijk gaan
lokaliseren. Die lokalisaties liggen op die manier ten grondslag aan een bepaalde
stedelijke structuur, eigen aan een bepaalde evolutiefase van de economie. Je herkent nu
nog de verschillende markten, zoals de Korenmarkt, de Vlasmarkt en de Botermarkt, in
de huidige stadskern.
6.3.3 Industriële fase
e
De industriële revolutie in het begin van de 19 eeuw betekende een mijlpaal in de
ontwikkeling van de stad. Steenkolen zorgden voor de benodigde energie voor de
industrie. Door de grote vraag naar arbeidskrachten in de nieuwe fabrieken in de steden
1 AA VS 2 131 © 2019 Arteveldehogeschool

