Page 133 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 133

e
                        nederzettingen. Het proces versnelt in de 20  eeuw: in 1870 telde de wereld slechts 21
                        steden met meer dan 500 000 inwoners, n 1970 telde men al 331 steden met meer dan
                        500 000 inwoners; in 1985 al 544. In 1990 telde men 275 steden met meer dan 1 miljoen
                        inwoners; in 2005 zijn er meer dan 300 steden. Om de omvang en de groei van de steden
                        te meten baseert men zich veelal op het aantal inwoners ervan of op het procentuele
                        aandeel van de bevolking van een gebied dat in steden woont. Dat aandeel noemt men
                        urbanisatiegraad of verstedelijkingsgraad. Dit begrip duidt dus op de mate waarin het
                        verstedelijkingsproces is gevorderd, uitgedrukt door het aandeel van de totale bevolking
                        dat  in  steden  woont.  Het  urbanisatietempo  of  het  verstedelijkingstempo  is  de  mate
                        waarin de mate waarin de stedelijke bevolking aangroeit.

               6.3.4    Post-industriële fase

                                                     e
                        Vanaf de tweede helft van de 20  eeuw zorgen verdere technologische evoluties voor het
                        ontstaan van de expanderende post-industriële stad. Geleidelijk wordt de industrie als
                        stuwende economische activiteit door de tertiaire sector verdrongen. De  stadscentra
                        worden concentraties van handel en diensten. Niet alle steden zijn even goed uitgerust
                        met tertiaire functies; daardoor ontstaan er dan ook weer nieuwe verschillen tussen de
                        steden.  Door  de  technologische  evolutie  groeit  ook  de  mobiliteit.  De  ruimtelijke
                        flexibiliteit die door de elektriciteit, het individuele autoverkeer en de telecommunicatie
                        ontstaat leidt tot een uitdijende stad. De stad breidt nu zo ver uit over het omliggend
                        gebied dat het platteland alsmaar verder wordt verdrongen. Ook de levensstijl van de
                        stedelingen die op het verstedelijkt platteland gaan wonen, versnelt dit expansieproces
                        nog. Door suburbanisatieprocessen in het wonen, werken en winkelen dijt de stad uit en
                        neemt de omliggende open ruimte in.
























                                        Figuur 83: Stadsmodel van Gent tijdens de post-industriële fase

                        Dit  veroorzaakt  het  einde  van  het  traditioneel  begrip  ‘stad’.  De  aangroei  buiten  de
                        binnenstad,  meestal  aaneengesloten  bebouwing  vormt  de  stedelijke  agglomeratie.
                        Samen met de voorstedelijke woonzone, ook banlieue of suburbane woonzone genoemd,
                        vormt dit suburbanisatieproces een stadgewest. Niettegenstaande de zuigkracht van de
                        stadsgewesten ondergaat het omliggende platteland een proces van rurbanisatie. Door
                        het  toenemend  comfort  kan  men  op  het  platteland  blijven  wonen  maar  is  men




                        1 AA VS 2                             133                  © 2019 Arteveldehogeschool
   128   129   130   131   132   133   134   135   136   137   138