Page 75 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 75
De havens zijn voor de Belgische economie vanuit het oogpunt van de toegevoegde
waarde nog steeds de belangrijkste subsector in de sector verkeer en vervoer. Wanneer
hierbij de industriële effecten worden meegerekend, direct en indirect, in de zogenaamde
Maritime Industrial Development Area (MIDA’s) dan komt de motorfunctie nog sterker
tot uiting. Daarenboven situeren de Belgische havens zich in de Noordwest-Europese
havenrange, die vanaf Duinkerke tot Hamburg loopt. Duitsland, de Benelux, Zwitserland
en Noord-Frankrijk worden vanuit die havens bevoorraad met grondstoffen en die havens
leveren ook afgewerkte producten over heel de wereld. Daartoe werden rivieren
gekanaliseerd, sluizen- scheepsliften voorzien, en waterscheidingen overbrugd, zoals bij
de Rijn en de Donau. Op ander plaatsen verliezen havens hun belang door vaste
oeververbindingen, zoals de Chunnel en de Oresundbrug te Denemarken.
3.5.3 Groei van West-Europese zeehavens
De meeste West-Europese zeehavens kennen een opvallende gelijkenis in hun ruimtelijk
groei. Deze groei verloopt in een zestal fases en deze fasen kunnen worden weergegeven
in het anyportmodel.
OPDRACHT
Duid de verschillende fasen van het anyportmodel aan op de onderstaande twee figuren.
Figuur 39: Fasen van het anyportmodel (1)
Figuur 40: Fasen van het anyportmodel (2)
1 AA VS 2 75 © 2019 Arteveldehogeschool

