Page 190 - Aardrijkskundevakdidactiek_2021
P. 190
1. Link met het leerplan
ET 9.2De leerlingen beschrijven kenmerken van landschapsvormende lagen.
LPD 22 De leerlingen tonen menselijke ingrepen in het landschap aan, a.h.v. het
landgebruik.
2. Benodigd materiaal
(Smartboard)module “Landschapselementen”, werkblad (zie bijlage 1)
3. Werkwijze
Met deze module analyseer je een landschap door de verschillende
landschapselementen die je herkent aan te klikken.
• Klik een willekeurig landschapselement aan, het geselecteerde element zal
gemarkeerd worden.
• Druk nu op het gemarkeerde gebied; de naam van het landschapselement
verschijnt.
• Druk op de naam van het landschapselement; ofwel ‘menselijk
landschapselement’ ofwel ‘natuurlijk landschapselement’ verschijnt.
Druk op het vraagteken onderaan indien je meer informatie wenst over de term
‘landschapselementen’. Er verschijnt een kader met de nodige theoretische uitleg.
Druk op de grijze pijl (links onder) om naar een volgende foto te gaan.
4. Concreet gebruik in de klas
▪ Gebruik deze module in de lessen over het thema ‘Landschap en kaart’
wanneer de leerlingen leren kijken naar een landschap.
✓ Laat een leerling naar voor komen en vraag hem om enkele
landschapselementen aan te duiden en te benoemen. Vraag daarna
klassikaal of dit aangeduide landschapselement natuurlijk of menselijk
is. Klik op het vraagteken om het verschil uit te leggen tussen
natuurlijke en menselijke landschapselementen.
✓ Laat de leerlingen het werkblad (zie bijlage 1) invullen met behulp van
de module.
2 AAVD 190 © 2020 Arteveldehogeschool

