Page 114 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 114
Rijnederzettingen
Rijnederzettingen wijzen op een systematische, geplande ontginning die uitgaat van de
weg waarlangs men zich vestigde. Er is ook een duidelijke associatie met de percelering
van het omliggende land: dikwijls is er een regelmatige opstrekkende percelering
loodrecht op de weg. Wanneer er een aansluitende bebouwing is langs de weg, speekt
men van een straatdorp. Soms verbreedt de weg waarlangs de huizen staan, zodat de
gelijkenis met een pleinnederzetting groot wordt; het verschil ligt in het ontbreken van
een functie van de verbreding en in het feit dat de weg de centrale as vormt. De structuur
van de rijnederzetting hangt ook af van de aard van de ontginning: een bos
(Waldhufendorf genoemd), een moeras of een veengebied (Marschhufendorf genoemd).
Veenkolonies zijn bijzondere varianten waarbij de ontginningsas bestaat uit een kanaal.
Dijknederzettingen volgen meestal de voet van de dijk langs de beschutte landzijde.
Morfologisch lijken lintbebouwing en rijnederzettingen sterk op elkaar. Rijnederzettingen
zijn echter ouder en hebben een historische betekenis in de ontginning van het land en
de vorming van het landschap. De bewoning is er immers nauw gerelateerd aan de
percelering van de omliggende landbouwgronden. Moderne woonlinten hebben dat niet;
de relatie met het achterliggende land stopt aan het einde van de tuin.
Benoem in de onderstaande tabel de weergegeven rijnederzettingen en noteer ook
telkens een passende plaatsnaam.
Nederzettingen zonder duidelijke structuur
1 AA VS 2 114 © 2014 Arteveldehogeschool

