Page 161 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 161

7.4.5 Structuur van een bebouwde kern

7.4.5.1 Leerplandoelen
           (2.1) In de bebouwing op basis van terreinwaarnemingen in de eigen leefruimte en/of
           luchtfoto’s bebouwde kernen herkennen.

         (2.2) Op basis van terreinwaarnemingen in de eigen leefruimte en/of luchtfoto’s de
         bebouwde kernen structureren en daarbij het centrum onderscheiden van wijken met
         andere functies.

7.4.5.2 Begripsomschrijving
           De ruimtelijke structuur van een bebouwde kern bestaat uit een centrum met daar rond
           wijken.

7.4.5.3  Didactische verwerking
         Doelstelling is om transecten en landschapscoupes te maken door de bebouwing in de
         eigen leefruimte van het centrale deel naar de rand en naar de open ruimte toe, waarbij
         de leerlingen bebouwde kernen kunnen onderscheiden en binnen die bebouwde kernen
         een verscheidenheid kunnen vaststellen.

7.4.6 Het centrum van een bebouwde kern

7.4.6.1  Leerplandoel
         (2.3) Op het terrein de functies van het centrum van de eigen leefruimte uit hun uitzicht
         afleiden. Vervolgens op een kaart of stratenplan het centrum kunnen afbakenen op basis
         van de concentratie aan handel en diensten.

7.4.6.2  Begripsomschrijving
         Tot de functies van het centrum van een bebouwde kern behoren in eerste instantie de
         handels- en dienstenfunctie. Het doel is om op basis van het uitzicht van de gebouwen
         deze functies af te leiden en aldus de concentratie van handel en diensten in het centrum
         vast te stellen. De grens van het centrum bevindt zich vervolgens daar waar je
         vertrekkende van de centrale plaats drie opeenvolgende gebouwen tegenkomt die geen
         handels- of dienstenfunctie hebben, maar bijvoorbeeld wel de woonfunctie. De
         woonfunctie is in het centrum van een bebouwde kern immers van minder belang.

         Langs uitvalswegen en in de stadsrand van de stedelijke kern komen concentraties van
         grootwarenhuizen en grote ketenwinkels voor die regiogebonden zijn. We noemen het
         secundaire handelscentra.

7.4.6.3  Didactische verwerking

         Duid op het onderstaande kadasterplan met een rode lijn het centrum van de bebouwde
         kern aan. Hou hiervoor rekening met de volgende tips: (1) het centrum wordt gekenmerkt
         door een concentratie van handel en diensten, (2) buiten het centrum bevinden zich
         voornamelijk woonwijken, en (3) wanneer je vertrekkende van de centrale plaats van het
         centrum drie opeenvolgende gebouwen vindt die geen handels- of dienstenfunctie
         hebben, maar wel woonfunctie, dan mag je de grenslijn van het centrum tekenen.

         1 AA VS 2                       161  © 2014 Arteveldehogeschool
   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166