Page 158 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 158

Figuur 95: Indeling van de bebouwing volgens spreiding

7.4.3 Bebouwde kernen

7.4.3.1 Leerplandoel
           (2.1) In de bebouwing op basis van terreinwaarnemingen in de eigen leefruimte en/of
           luchtfoto’s bebouwde kernen herkennen.

7.4.3.2  Begripsomschrijving
         Bebouwing komt niet willekeurig gespreid over het landschap voor. Tegenover de open
         ruimte met verspreide bebouwing komt de bebouwing vooral geconcentreerd voor. Die
         concentraties van bebouwing noemen we bebouwde kernen. De verschillende
         handboeken aardrijkskunde gebruiken verschillende definities:

         - Zenit 1: Concentratie van bebouwing
         - Geogenie 1 LWB: Aaneengesloten percelen met een gebouw
         - Geogenie 1 LB: Aaneensluiting van geconcentreerde bebouwing.
         - WDM 1: Het geheel van aaneensluitende bebouwing

         Het ADSEI (voorheen: NIS) heeft het over een woonkern i.p.v. over een bebouwde kern.
         Voor ADSEI is een woonkern “het landschapsdeel dat aaneensluitend (continu) bebouwd
         is door huizen met hun hovingen, openbare gebouwen, kleine industriële of
         handelsuitrustingen met inbegrip van de tussenliggende verkeerswegen, parken,
         sportterreinen, enz. Het wordt begrensd door landbouwgrond, bossen, braak, en woeste
         gronden, waartussen zich eventueel een ‘verspreide bewoning’ bevindt.” Echter, omdat
         niet alle gebouwen woningen zijn, verkiezen we om didactische redenen het begrip
         bebouwde kern boven woonkern van het ADSEI.

7.4.3.3  Didactische verwerking
         Baken op de onderstaande plattegrond de bebouwde kern correct af. Maak een passende
         legende op.

         1 AA VS 2     158  © 2014 Arteveldehogeschool
   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163