Page 157 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 157
kenmerken, bemoeilijken het onderscheiden van die geconcentreerde bebouwing. Toch
kan men volgende patronen van bebouwing onderscheiden:
- Geconcentreerde bebouwing: De gebouwen staan dicht tegen elkaar. Dit
noemen we geconcentreerde bebouwing. De tuinen, opritten en parkings tussen
de gebouwen horen ook bij het geheel van de geconcentreerde bebouwing.
- Verspreide bebouwing: De gebouwen liggen verspreid of in kleine groepjes van
enkele woningen of boerderijen over het landschap, in de open ruimte.
- Lintbebouwing: Lintbebouwing is een bijzonder geval van bebouwing. Veelal
betreft het uitlopers van geconcentreerde bebouwing in de open ruimte. De
gebouwen liggen in een lange rij aan weerszijden van een straat. Vanuit de lucht
lijkt dit op een lint van gebouwen. Soms bestaat het lint uit geconcentreerde
bebouwing met gesloten of halfopen of open bebouwing. Soms staan de
gebouwen zo ver uit elkaar dat het lint overeenkomt met verspreide bebouwing.
Als er twee straten met bebouwing parallel aan elkaar liggen kunnen we niet meer
van lintbebouwing spreken
- Geïsoleerde woonwijk: Dit is een bijzondere vorm van geconcentreerde
bebouwing. Veelal slaat de term op een wijk (of verkaveling) afgezonderd van de
rest van de geconcentreerde bebouwing. Dergelijke geïsoleerd gelegen
villaverkavelingen of sociale woonwijken kunnen ook beschouwd worden als een
kleine bebouwde kernen, zonder nadere typering.
7.4.2.3 Didactische verwerking
Beschrijf de bebouwing op de onderstaande foto’s volgens dichtheid. Gebruik het aantal
gevels.
Figuur 94: Indeling van de bebouwing volgens dichtheid
Beschrijf de bebouwing op de onderstaande foto’s volgens spreiding. Noteer de correcte
termen in de witte kaders.
1 AA VS 2 157 © 2014 Arteveldehogeschool

