Page 156 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 156

7.4.2 Bebouwing in het landschap

7.4.2.1  Leerplandoel
         (1.2) (U) De complexe spreiding van de bebouwing over het landschap structureren door
         kernen en verspreide bebouwing op orthofoto’s en topografische kaarten te
         onderscheiden.

7.4.2.2 Begripsomschrijving
           De beschrijving van de spreiding van de bebouwing over het landschap kan men vanuit
           verschillende oogpunten benaderen.

         7.4.2.2.1 Soorten bebouwing volgens dichtheid
         Wil men op een beperkte ruimte (op grote cartografische schaal) de bebouwing
         beschrijven en zoals op het visueel niveau van een straat, dan kan men de soorten
         bebouwing beschrijven op basis van hoe dicht of hoe ver gebouwen van elkaar staan in
         de straat:

         - Gesloten bebouwing: Alle gebouwen staan zonder onderbreking met de zijgevels
             tegen elkaar gebouwd. Men spreekt ook van een gebouw met twee gevels,
             namelijk voor- en achtergevel.

         - Open bebouwing: De gebouwen staan volledig los van elkaar. Men kan rondom
             elk gebouw lopen. Men spreekt ook van een gebouw met vier gevels of een
             vrijstaand gebouw.

         - Halfopen bebouwing: De gebouwen staan twee per twee tegen elkaar gebouwd.
             Naast de vrije zijgevel is er meestal een tuin of inrit naar de garage. Men spreekt
             van een gebouw met drie gevels of een halfvrijstaand gebouw.

                                             Figuur 93: Gesloten, open en halfopen bebouwing

         Bij stedenbouwkundige vergunningen, in de vastgoedsector en in de gewone omgangstaal
         worden deze benamingen courant gebruikt. In de eerste graad introduceerde men over
         deze types bebouwing het begrip ‘bebouwingsdichtheid’.

         7.4.2.2.2 Soorten bebouwing volgens spreiding
         Van op straat kan je maar een deel van de bebouwing zien. Op een luchtfoto en op een
         topografische kaart, op schaal 1:10.000 tot 1:50.000, heb je een beter overzicht en kan je
         ook de spreiding en verdichting van de bebouwing bestuderen. Die verdichtingen komen
         voor een groot deel overeen met concentraties van bebouwing die enkele decennia
         geleden nog als dorpen en steden veel duidelijker van elkaar te onderscheiden waren.
         Maar lintbebouwing en verspreide bebouwing, die Vlaanderen begin 21ste eeuw sterk

         1 AA VS 2                156  © 2014 Arteveldehogeschool
   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161