Page 202 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 202

8.4 Demografische ontwikkelingen in Europa32

8.4.1  Algemene demografische ontwikkelingen in Europa

       Europa maakt zich op voor bevolkingskrimp. En vrijwel overal in de wereld treedt
       vergrijzing op, Europa voorop. Bevolkingstrends doen zich meestal met grote vertraging
       voor: daarom zal de wereldbevolking nog geruime tijd doorgroeien. Europa staat
       demografisch gezien de komende decennia voor structurele vergrijzing en
       bevolkingsdaling. Binnen Europa bestaan echter aanzienlijke verschillen: veroudering
       doet zich overal voor maar sommige delen van Europa zijn al veel sterker vergrijsd dan
       andere. Bevolkingsdaling op nationale schaal speelt zich vooral af in Oost-Europa, in
       mindere mate krijgen Zuid- en West-Europa ermee te maken, Noord-Europa
       waarschijnlijk nauwelijks. Ook de buren, Noord-Afrika en West-Azië verouderen, zij het
       dat de daling van het kindertal en dus het proces van vergrijzing veel later begonnen dan
       in Europa. Pas tegen 2050 zullen ‘onze buren’ het stadium van vergrijzing kennen dat
       Europa als geheel nu al heeft. Bevolkingsdaling op nationale schaal volgt pas later.

       In de tabel aan het einde van dit hoofdstuk zijn voor ieder van de zojuist genoemde regio’s
       enkele kerncijfers over de periode 1950-2050 gegeven. Het kindertal en de
       bevolkingsgroei dalen, de levensverwachting, het percentage 65-plussers en de mediane
       leeftijd stijgen. Iedere regio kent daarin zijn eigen patroon en tempo van verandering. De
       niet-Europese buren zullen nog een behoorlijke groeispurt doormaken, maar ook daarvan
       neemt het tempo af. Later deze eeuw zou ook daar rustiger demografisch vaarwater
       kunnen optreden.

8.4.2  Bevolkingsgroei

       Uit het cijfermateriaal en de onderstaande kaart blijken dat de EU-15 in
       bevolkingsomvang nog iets zal groeien, althans zolang de tanende natuurlijke groei
       gecompenseerd wordt door netto immigratie. Pas rond 2040 gaat de bevolkingsomvang
       van de EU-15 teruglopen. In de landen die in 2004 en 2007 tot de EU toetraden (NLS-12)
       is krimp daarentegen al sinds de jaren 1990 een feit.

       Tot het begin van de jaren 1990 was natuurlijke groei de belangrijkste component van de
       Europese bevolkingsgroei. De betekenis van de natuurlijke groei in het totaal van de
       bevolkingsgroei is echter aanzienlijk gedaald terwijl het migratieoverschot een steeds
       belangrijker groeifactor is geworden. Er worden nu jaarlijks in Europa als geheel 7,4
       miljoen kinderen geboren maar er overlijden 8,4 miljoen mensen. Dat betekent dat een
       migratieoverschot van 1,0 miljoen personen nodig is om bevolkingskrimp te voorkomen,
       en dat lukt nog net. In de EU-27 is de natuurlijke groei nog positief. Volgens schattingen
       kwamen daar in 2005 2,2 miljoen immigranten bij en vertrokken 1,1 miljoen emigranten.

       32 (Beets, 2009)  202                  © 2014 Arteveldehogeschool
       1 AA VS 2
   197   198   199   200   201   202   203   204   205   206   207