Page 76 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 76

De havens zijn voor de Belgische economie vanuit het oogpunt van de toegevoegde
       waarde nog steeds de belangrijkste subsector in de sector verkeer en vervoer. Wanneer
       hierbij de industriële effecten worden meegerekend, direct en indirect, in de zogenaamde
       Maritime Industrial Development Area (MIDA’s) dan komt de motorfunctie nog sterker
       tot uiting. Daarenboven situeren de Belgische havens zich in de Noordwest-Europese
       havenrange, die vanaf Duinkerke tot Hamburg loopt. Duitsland, de Benelux, Zwitserland
       en Noord-Frankrijk worden vanuit die havens bevoorraad met grondstoffen en die havens
       leveren ook afgewerkte producten over heel de wereld. Daartoe werden rivieren
       gekanaliseerd, sluizen- scheepsliften voorzien, en waterscheidingen overbrugd, zoals bij
       de Rijn en de Donau. Op ander plaatsen verliezen havens hun belang door vaste
       oeververbindingen, zoals de Chunnel en de Oresundbrug te Denemarken.

4.5.3  Groei van West-Europese zeehavens

       De meeste West-Europese zeehavens kennen een opvallende gelijkenis in hun ruimtelijk
       groei. Deze groei verloopt in een zestal fases en deze fasen kunnen worden weergegeven
       in het anyportmodel.

       Duid de verschillende fasen van het anyportmodel aan op de onderstaande twee figuren.

                  Figuur 38: Fasen van het anyportmodel (1)

       1 AA VS 2  Figuur 39: Fasen van het anyportmodel (2)

                                     76 © 2014 Arteveldehogeschool
   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81