Page 65 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 65

-   Door de ontdekking dat uit kolen benzine gemaakt kon worden, kwam er al snel
                               een chemische industrie; ook de halffabricatenindustrie kwam op.
                           -   Binnen de staalindustrie vonden verschillende innovaties plaats.
                           -   Industrie en mijnbouw rationaliseerden en in plaats van extensieve groei vond nu
                               een intensivering van de groei plaats.
                           -   De relatie tussen arbeidsplaats en woning werd opgeheven en de staat ging zich
                               meer en meer met de woningbouw en de woonomgeving bemoeien.


                        In 1929, toen de befaamde ‘zwarte vrijdag’ de beurkrach op de New-Yorkse beurs de
                        wereldeconomie  in  een  enorme  crisis  deed  belanden,  raakte  ook  de  industrie  in  het
                        Ruhrgebied  in  het  slop.  Er  ontstond  grote  werkloosheid.  Toen  in  1933  de  nationaal-
                        socialisten  onder  leiding  van  Hitler  aan  de  macht  kwamen,  kwam  wederom  een
                        uitgebreide bewapening op gang. Het Ruhrgebied boette wel in wat betreft het belang
                        voor  de  oorlogsindustrie.  Veel  bedrijven  waren  immers  exportgericht  en  konden  zich
                        maar  moeilijk  vinden  in  het  streven  naar  autarkie,  met  alle  exportbeperkende
                        maatregelen van dien.


                          ▪  Tweede Wereldoorlog, wederopbouw en Wirtschaftswunder

                        Ook  tijdens  de  Tweede  Wereldoorlog  werd  het  Ruhrgebied  door  de  geallieerden  als
                        wapensmid  van  het  rijk  gezien,  met  als  gevolg  van  het  gebied  onophoudelijk  werd
                        gebombardeerd. Een gebrek aan grondstoffen en energie, de dreiging van demontage
                        van veel apparatuur, inflatie en economische chaos bemoeilijkten de heropbouw van de
                        productie na de oorlog zeer. Daarnaast was er een gebrek aan bekwame arbeidskrachten
                        door het hoge aantal oorlogsslachtoffers en het gebrek aan levensmiddelen en woningen.
                        De schade aan de mijnen viel echter wel mee. Doordat er in Europa een groot gebrek aan
                        kolen was, kreeg de opbouw van de mijnen de hoogste prioriteit. In 1951 werden door de
                        Europese  Gemeenschap  voor  Kolen  en  staal  de  laatste  morele  bezwaren  tegen
                        herontwikkeling van de productie in het Ruhrgebied weggenomen. De kolenproductie
                        was in 1954 weer op vooroorlogs niveau met 140 mijnen die werk boden aan 500.000
                        mensen. Vanaf 1948 trok ook de staalproductie in het Ruhrgebied opnieuw aan. Dit was
                        een gevolg van het besluit om de westelijke zones van Duitsland op te nemen in het
                        Marshallplan. Dat plan bepaalde dat de producten uit het Ruhrgebied gebruikt moesten
                        worden voor de wederopbouw van West-Europa. Ook de oorlog in Korea gaf een impuls
                        aan de staalproductie. De chemische industrie en halffabricatenindustrie konden zich
                        ook opnieuw ontwikkelen en uitgroeien tot een belangrijke bron van inkomsten voor het
                        gebied.  Het  Ruhrgebied  werd  daarom  gezien  als  het  trekpaard  van  het  Duitse
                        Wirtschaftswunder. In de jaren ’60 woonden er 5,7 miljoen mensen in het gebied, was de
                        werkloosheid miniem en het BBP het hoogste van West-Duitsland. Er was echter wel
                        weinig aandacht voor het leefklimaat, maar de beschikbaarheid van werk maakte veel
                        goed.


                          ▪  De crises

                        Na de oorlog keerde in het Ruhrgebied de vooroorlogse economische (mono-)structuur
                        terug. De nadelen daarvan kwam al vrij snel naar voren door twee grote economische





                        1 AA VS 2                              65                  © 2019 Arteveldehogeschool
   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70