Page 61 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 61

OPDRACHT
                        Geef in eigen woorden een omschrijving van een zogenaamde technologievallei. Som ook
                        enkele voorbeelden op, zowel nationaal als internationaal.






                        Na  het  Verenigd  Koninkrijk  is  België  een  van  de  oudste  industrielanden  die  de  drie
                        industriële revoluties heeft meegemaakt. Ontwikkelingslanden daarentegen slaan in veel
                        gevallen een golf of ganse revolutie over of starten onmiddellijk in de derde industriële
                        revolutie, zoals Taiwan en Korea.

                          ▪  Postindustriële fase

                        Al van in de tweede helft van de jaren '60 begon het procentueel aandeel van industrie in
                        de tewerkstelling te dalen, eerst traag dan snel. Tussen 1961 en 1982 gingen er in de
                        industrie meer dan 400.000 jobs verloren, terwijl de totale werkgelegenheid nog toenam!
                        De  industriële  productiewijze  sloeg  echter  over  op  de  andere  sectoren,  zoals  agro-
                        industrie en toeristische industrie. Met industriële werkwijze bedoelt men duidelijk de
                        grootschalige  organisatie  met  marketing,  publiciteit,  groothandel,  massaproductie  en
                        massaconsumptie.  Andere  onderzoekers  spreken  van  de-industrialisatie  en  een
                        tertiairiseringsproces  die  typisch  zijn  voor  de  zogenaamde  postindustriële  fase.  Als
                        oorzaken van de-industrialisatie worden genoemd:

                        -   Technologische  vernieuwingen,  zoals  grootschalige  mechanisatie,  automatisatie,
                            robotisatie  en  rationalisatie,  maken  het  mogelijk  om  op  arbeid  te  besparen  en
                            arbeidsproductiviteit te verhogen.
                        -   Dit zou op zijn beurt veroorzaakt worden door onze hoge lonen, en vooral door de
                            sociale lasten daarop.
                        -   De  hoge  energieprijzen  zijn  kostenverzwarend  en  men  moet  op  wereldschaal

                            concurrentieel blijven zodat op alle fronten moet bespaard worden.

                        Ook  in  andere  industrielanden  doen  zich  dergelijke  ontwikkelingen  voor.  De  de-
                        industrialisatie slaat op een daling van de tewerkstelling en een relatieve achteruitgang
                        ten opzichte van de andere sectoren, niet op een vermindering van het productievolume.
                        Met een dalend personeelsbestand slaagt men er in tegelijkertijd de industriële productie
                        te verhogen. Het relatieve aandeel van de industrie liep in de drie gewesten achteruit,
                        maar was het grootst in Wallonië en vooral in Brussel. Bovendien blijkt de verschuiving
                        van de tewerkstelling naar de tertiaire sector vooral voor weinig gekwalificeerde mensen
                        en laaggeschoolden grote problemen op te leveren.












                        1 AA VS 2                              61                  © 2019 Arteveldehogeschool
   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66