Page 14 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 14

▪  Een verleden dat in verschillende, onvolledige lagen overblijft

                        Er  is  een  verleden,  dat  veranderd  werd  en  waarop  voortgebouwd  wordt  om  de
                        leefomgeving aan te passen aan de steeds veranderende noden van de maatschappij.
                        Deze veranderingen gebeuren door een tijdsgebonden cultuur met eigen waarden en
                        technologisch kunnen, die de keuze van de ingrepen bepaalden. Opeenvolgende culturen
                        en technologieën hebben elk hun sporen nagelaten, die in wisselende mate bewaard zijn
                        gebleven.  Ook  verandering  uit  economische  noodzaak  brachten  innovaties  voort  en
                        nieuwe landschappen. De gesloten landschappen met knotbomen kwamen er wanneer
                        er  een  groeiend  houttekort  ontstond,  en  om  dezelfde  redenen  werden  gemene
                        graasgronden verkaveld en herbebost. Anderzijds wiste de Franse Revolutie heel wat
                        sporen uit van de machtige abdijen die een vooraanstaande rol speelden in de ontginning
                        van het land. De inpassing van nieuwe elementen en structuren kan op wisselende wijze
                        rekening houden met de bestaande toestand en vooral met de betekenisdragers in het
                        landschap. Hiervan getuigen talloze monumenten in het landschap, groot en klein, van
                        gedenkstenen,  omwallingen,  mottes  tot  oude  alleenstaande  bomen,  maar  ook
                        plaatsnamen, bronnen en waterputten, schandpalen en molens. Ieder element bezit een
                        geschiedenis, passend in een groter geheel.


                          ▪  Een waarneming/waarnemer die een beleving geeft/heeft

                        Er is de waarnemer die het landschap beleeft, met zijn kennis en ingesteldheid, en voor
                        de  meerderheid  van  ons  gebeurt  dit  met  een  stedelijke  mentaliteit.  De  meerderheid
                        onder ons leeft niet meer van het land, maar woont en werkt in de stad. Het denken en
                        plannen van de toekomst van het platteland gebeurt in de steden. De rurale en natuurlijke
                        landschappen buiten de stad krijgen een steeds groeiende betekenis als een ‘uitlaat’ voor
                        de stedeling die tijdelijk op zoek is naar rust, ruimte, groen en stabiliteit. De arcadische
                        betekenis  van  het  landschap  komt  ook  tot  uiting  in  de  vele  (kasteel)parken  en
                        natuurgebieden die beschermd werden en krijgt bovendien steeds meer een belangrijke
                        economische waarde door recreatie en toerisme.

                            OPDRACHT

                        ‘Lees’  (beschrijf  of  verklaar)  in  de  tabel  de  in  de  PowerPoint-voorstelling  getoonde
                        landschappen vanuit de leesregels voor het landschap.



                         1



                         2












                        1 AA VS 2                              14                  © 2019 Arteveldehogeschool
   9   10   11   12   13   14   15   16   17   18   19