Page 11 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 11
Het begrip landschap is dus niet eenduidig en de betekenis verschuift met de waarnemer,
de onderzoeker, de doelgroep. Dit blijkt uit de talrijke adjectieven en samenstellingen
waarin het begrip in zeer verschillende contexten wordt gebruikt: het regionaal
landschap, natuurlijk landschap, het cultuurlandschap, het stedelijk landschap, het
landelijke landschap, e.d.
1.3 Vlaamse landschapsgenese
3
1.3.1 Stempel op het landschap vanaf het neolithicum
Het is pas enkele duizenden jaren geleden dat de mens definitief zijn stempel begon te
drukken op het landschap. Dit gebeurde wanneer hij zich op vaste plaatsen begon te
vestigen en aan landbouw en veeteelt begon te doen in het neolithicum. Sporen van
voordien zijn er ook, als artefacten die bewijzen dat de mens er was, maar geen ervan
wijzen op een ingrijpen die de omgeving definitief deed veranderen. Levenswijze, sociale
organisatie en technologisch kunnen zijn de basisfactoren waarmee groepen mensen hun
omgeving ruimtelijk beginnen te organiseren en vorm te geven. Met de sedentaire
levenswijze ontstond het landschap als een cultuurfenomeen, als cultuurlandschap.
Gebieden waar de menselijke ingrepen verwaarloosbaar of onbestaande zijn, werden dan
ook vaak aangeduid als natuurlandschappen, woeste gebieden of wildernis.
1.3.2 Toenemende greep op het landschap
De greep van de mens op zijn omgeving nam toe naarmate de bevolking en haar
mobiliteit groeide. Nagenoeg de hele ruimte werd uiteindelijk ontgonnen en een grote
verscheidenheid aan landschappen kwam tot stand. Dit proces gebeurde traag en
geleidelijk, maar er kwamen ook korte momenten voor van revolutionaire verandering
waarbij het bestaande landschap nagenoeg volledig werd uitgewist en na verloop van tijd
werd vervangen door een volledig nieuw. Dit is duidelijk bij grote natuurrampen, maar op
nog grotere schaal gebeurde dit door veranderingen in de menselijke beschaving zelf. In
onze streken is het verdwijnen van de Romeinse landinrichting hiervan een typisch
voorbeeld. Oorlogen, migraties en technologische revoluties waren telkens relatief korte
momenten van grote veranderingen die belangrijke breuken met het verleden
veroorzaakten. Elementen en structuren van vroegere landinrichting werden soms
gedeeltelijk overgenomen en ingepast in het heringerichte landschap. In vele gevallen
bleven slechts relicten van de oude landschappen bewaard.
Landschappen zijn aldus opgebouwd uit verschillende tijdslagen, waarvan sommige meer
sporen hebben nagelaten dan andere. Ze worden dan ook wel eens vergeleken met een
palimpsest; het perkament waarop teksten afgekrabd werden om opnieuw beschreven
te kunnen worden, maar toch nog resten van de oude tekst laten doorschemeren.
1.3.3 Wortels van de hedendaagse landschappen
De hedendaagse landschappen en de meeste nederzettingen vinden hun wortels in de
nieuwe landontginning die begon na de val van het Romeinse rijk. De ontwikkeling was
3 (Antrop, Perspectieven op het landschap. Achtergronden om landschappen te lezen en te begrijpen, 2007)
1 AA VS 2 11 © 2019 Arteveldehogeschool

