Page 9 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 9

1        LANDSCHAPSGEOGRAFIE











                            COMPETENTIES
                        ▪  In  een  landschap  genetische  elementen  herkennen  en  plaatsen  in  natuurlijke  en
                          historische landschapsopbouwende processen.
                        ▪  Landschappen ordenen in de tijd en het verleden lezen in het huidige landschap.
                        ▪  Landschappen indelen en benoemen naar diverse criteria.
                        ▪  Landschappen voorgesteld in vogelperspectief analyseren door te regionaliseren.
                        ▪  De  verantwoording  van  de  regionalisering  van  België  in  geografische  streken
                          toepassen op kaart.
                        ▪  De landschappen uit België en Europa analyseren en beschrijven, en de relaties tussen
                          de verschillende lagen duiden.
                        ▪  Europese landschappen herkennen en geografisch situeren.
                        ▪  Europese  landschappen  analyseren  door  te  regionaliseren  en  de  relatie  te  leggen
                          tussen diverse fysische factoren.
                        ▪  Op excursie de diverse functionele landschappen waarnemen en analyseren volgens
                          diverse  invalshoeken  en  die  gegevens  in  een  aanschouwelijk  opgemaakt  verslag
                          integreren.
                        ▪  In  de  diverse  functionele  landschappen  op  foto  in  klas  en  op  terrein  tijdens  een
                          excursie socio-economische kenmerken herkennen en in relatie brengen met verticale
                          en horizontale componenten om aldus relevante keuzes met betrekking tot foto's en
                          excursiepunten te maken.
                        ▪  De  vakinhoud  koppelen  aan  leerinhouden  van  het  S.O.  door  bij  keuze  van
                          landschappen rekening te houden met het aangeleerde.



               1.1      Inleiding
                                1
                        Landschappen fascineren en intrigeren vele mensen wel eens. Vooral op momenten dat
                        we  niet  van  de  ene  plaats  naar  de  andere  moeten  hollen,  trekt  het  landschap  onze
                        aandacht. Wat dat precies veroorzaakt, is niet altijd even duidelijk. Het kan het samenspel
                        zijn met de wolkenlucht, het spel van het zonnelicht, het weidse zicht of een blikvanger,
                        kortom, een mooi beeld.

                        Het spectaculaire karakter van het landschap valt zelden op tijdens ons dagelijks bezig
                        zijn. Het is eerder op reis, vakantie, fietstocht of wandeling dat we bewuster naar het
                        landschap  kijken.  Heel  wat  klassieke  reisroutes  brengen  ons  precies  naar  typische,
                        pittoreske of spectaculaire landschappen. Dan kunnen vragen komen zoals ‘wat is dit?’,
                        ‘hoe is dit hier gekomen?’ en ‘waarom hier?’, en ‘is er een verhaal over te vertellen?’. We
                        weten dat vele aspecten van het landschap ver in de tijd terug gaan, maar hoever? We


                        1  (Antrop, Perspectieven op het landschap. Achtergronden om landschappen te lezen en te begrijpen, 2007)


                        1 AA VS 2                              9                   © 2019 Arteveldehogeschool
   4   5   6   7   8   9   10   11   12   13   14