Page 250 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 250
- Besteed aandacht aan de maatschappelijke context. Een cultuurelement staat niet
op zich, maar staat in verband met een ruimere sociale context.
- Onverantwoord veralgemenen is niet zinvol. Elke cultuur heeft haar specificiteit.
- Probeer de leerlingen tot een kritische houding te brengen, zelf een oordeel te leren
vellen, zonder te moraliseren.
- Praat niet enkel over de problemen. Mensen uit Afrika, Latijns-Amerika zijn niet enkel
slachtoffers.
- Wijs tenslotte op een aantal oorzaken van die wantoestanden.
▪ Correct taalgebruik
Omdat het woordgebruik vaak een houding weerspiegelt is letten op het taalgebruik
evenzeer belangrijk:
- Het gebruik van verkleinwoorden houdt onderwaardering in, bv. arme zwartjes.
- Beladen termen worden beter vermeden en vervangen door de juiste, bv. gebruik
liever dorpschef in de plaats van opperhoofd.
- Praten in termen van achterstand komt soms denigrerend over, bv. ze koken nog op
houtvuurtjes, beter is ‘er wordt gekookt op houtvuurtjes’. Hetzelfde geldt voor
primitief tegenover ambachtelijk of traditioneel.
▪ Vermijden van een polariserende voorstelling van de culturele verhoudingen
Handboeken schetsen nog al te vaak een beeld van een biculturele samenleving, waarin
wij staan tegenover zij, waarin onze gebruiken niet te vereenzelvigen zijn met die van hen,
en waarin wijken van autochtonen naast vreemdelingenbuurten liggen. Zo’n tweedeling
camoufleert elke vorm van nuance. Er is geen aandacht voor de verschillen binnen die
grote groep anderen. Turken en Marokkanen worden over dezelfde kam geschoren en
van Berbers of Arabieren is er al helemaal geen sprake. Verder leeft er in het denkkader
niemand tussen twee culturen in. Na al die jaren blijven gastarbeiders gastarbeiders, en
Belgen Belgen. Dat culturen onderhevig zijn aan veranderingen, en dat er ook verschillen
zijn binnen al die afgebakende culturen blijft buiten beeld.
▪ Vermijden van het wij-perspectief
Terwijl we het vijftig jaar geleden hadden over het blanke ras, waartoe wij behoren, wijzen
we nu op cultuurelementen die ons wat vreemd voorkomen, opschriften die we niet
begrijpen, gebouwen waarvan we de functie niet goed kennen en andere gebruiken dan
de onze. Dergelijke teksten betrekken niet alle leerlingen bij de lesinhoud. Ze spreken
alleen de autochtone leerlingen aan, niet de kinderen wiens ouders of grootouders naar
België migreerden. Om van alle leerlingen wereldburgers te maken zal het nodig zijn om
de evidentie van het wij-discours te verlaten.
▪ Bestrijden van elke vorm van discriminatie
Racisme en xenofobie zijn termen die de handboeken wel gebruiken, maar enkel
toepassen op samenlevingen in andere landen. In de Belgische context wordt er nergens
melding gemaakt van vreemdelingenhaat of racisme. Aannemen dat België een
1 AA VS 2 250 © 2019 Arteveldehogeschool

