Page 12 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 12

2.3.3  Wortels van de hedendaagse landschappen
2.3.4
       De hedendaagse landschappen en de meeste nederzettingen vinden hun wortels in de
       nieuwe landontginning die begon na de val van het Romeinse rijk. De ontwikkeling was
       vooral geleidelijk maar met toch enkele momenten van grote verandering. De sterke groei
       van de Europese bevolking van de 10e tot 12e eeuw noodzaakte tot de ontginning van de
       laatste bossen, de nog woest liggende gronden op minder goede gronden en het in cultuur
       brengen van de gemene graasgronden. Grote systematische ontginningen met
       inrichtingen voor waterbeheersing en bodemverbetering waren kenmerkend. De
       moerasgebieden werden ingepolderd en er ontstonden volledig nieuwe landschappen
       met een eigen karakter. Vanaf de 16e eeuw werden op in de landbouw, veeteelt en
       bosbouw nieuwe technieken en teelten geïntroduceerd om de bodemvruchtbaarheid op
       peil te houden en de productiviteit te verbeteren. Deze vernieuwingen voltooiden zich
       over verschillende generaties. Grootouders en kleinkinderen leefden in een zelfde
       landschap en de tradities werden getrouw doorgegeven. Het rurale landschap werd zo
       symbool van traditie, stabiliteit en ook wel van conservatisme; dit in tegenstelling tot de
       steden die de motoren waren van innovatie en vooruitgang.

       Ingrijpende schoksgewijze veranderingen vanaf de 18e eeuw

       Vanaf de 18e eeuw veranderde er plots heel veel. De Franse revolutie maakte een
       politieke en sociale breuk met het verleden. De bevolking en de steden groeiden
       exponentieel en het eeuwenoude onderscheid tussen stad en platteland werd verbroken.
       De industriële revolutie leverde de technologie om grote ingrepen te doen. Reeksen
       opeenvolgende oorlogen van steeds dramatischer omvang veranderden definitief de
       maatschappij. Schoksgewijs veranderden de landschappen op een diepgaande wijze, een
       proces dat zich nog, met een steeds sneller tempo, vandaag verder zet. De traditionele
       landschappen van weleer, eeuwenlang gegroeid en gesteund op een subtiel ecologisch
       evenwicht tussen een lokale menselijke gemeenschap en natuurlijke omgeving, werden
       op een steeds grootschalige manier uitgewist en vervangen door nieuwe, moderne
       landschappen. Een eerste belangrijke drijvende kracht hierbij was het ontsluiten van het
       platteland, eerst door kanalen, de spoorwegen en buurtspoorwegen in de 19e en begin
       20e eeuw, en dan na de Tweede Wereldoorlog door de auto. Dit bracht processen van
       landvlucht en verstedelijking op gang die nog steeds voortduren, maar in meer complexe
       vormen. De derde kracht die er nu nog steeds sterker wordt, is de globalisering van de
       westerse cultuur. Hierdoor vervaagt de traditionele streekeigen verscheidenheid en
       wordt het landschap op een uniforme manier gehomogeniseerd, sommigen spreken
       eerder van gebanaliseerd.

       Noteer in de volgende tabel de menselijke impact van de in de PowerPoint-voorstelling
       getoonde landschappen en wijs deze menselijke invloed ook toe aan een bepaalde
       periode in de geschiedenis.

       1 AA VS 2  12 © 2014 Arteveldehogeschool
   7   8   9   10   11   12   13   14   15   16   17