Page 120 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 120

tertiaire zand-kleilagen in het zuiden. Lokaal zijn er ook verstuivingen, zoals
       stuifzandruggen, landduinen en rivierduinen.

       Benoem op de volgende figuur de verschillende reliëfvormen in de Vlaamse Vallei door
       gebruik te maken van pijlen. Kies uit: rand Vlaamse Vallei, opvullingvlakte, stuifzandrug
       met landduinen, deflatie-oppervlak, zandrug met dekzand, depressie, polder, alluviale
       vlakte, rivierduinen, donken en doorbraakdal.

6.4.2                                       Figuur 65: Het landschap van de Vlaamse Vallei

       Opbouw van het cultuurlandschap
       De vorming van de Vlaamse Vallei heeft de opbouw van het cultuurlandschap, dus de
       verspreiding van de nederzettingen, in grote mate bepaald.

       Verklaar met behulp van de volgende figuren bovenstaande stelling. Geef met andere
       woorden aan welke kenmerken van het reliëf de locatie van de landelijke nederzettingen
       in de verschillende delen van Vlaanderen verklaren.

        Dorpen langs rivieren

        Dorpen in het Waasland en de Scheldepolders

       1 AA VS 2                120                   © 2014 Arteveldehogeschool
   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125