Page 154 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 154

Een meer nauwkeurige analyse van de interne migratiebewegingen toont echter wel
         enkele eigenschappen. Zo is de leeftijd waarop men wegtrekt uit de stad licht gestegen
         en is de leeftijdscategorie waarop suburbanisatie in grote getale plaatsvindt,
         toegenomen. Daarnaast merkt men de grotere aantrekkingskracht van de
         forensenwoonzone. Vooral jonge suburbanten komen hoe langer hoe meer op grotere
         afstand van de stad terecht, wellicht vanwege de lagere vastgoedprijzen.

          Nieuwe gedragingen bij de jongvolwassenen?

         De studie ‘Woongedragingen van jongvolwassenen in tijden van post-Fordisme: op zoek
         naar een boerderij naast de beurs’ geeft aan het suburbanisatieproces enkele nieuwe
         eigenschappen vertoont. Zo is de leeftijd waarop men wegtrekt uit de stad licht gestegen
         en de leeftijdscategorie waarop suburbanisatie in grote getale plaatsvindt, is eveneens
         toegenomen. Daarnaast duiden de analyses naar de plaatsen van vertrek en aankomst op
         een grotere aantrekkingskracht van de forensenwoonzone. Vooral jonge suburbanten
         komen hoe langer hoe meer op grotere afstand van de stad terecht, wellicht vanwege de
         lagere vastgoedprijzen. Uit de studie blijkt ook dat jongvolwassenen op jonge leeftijd hun
         woonplaats kiezen in functie van haar omgeving waarbij de nadruk ligt op een voldoende
         aanwezigheid van openbaar vervoer, voorzieningen, diensten, ontspannings-
         mogelijkheden en niet het minst, vrienden. Later neemt het belang van woonkwaliteit op
         zich toe: men wilt een eengezinswoning aankopen die voldoende ruim is opdat men er
         met kinderen kan wonen, die een tuin heeft en van betere kwaliteit is dan de voorgaande
         woningen. Men wordt bij het zoeken naar een woning ook geconfronteerd met
         beperkingen en restricties, zoals hoge vastgoedprijzen, waardoor de woonwens moet
         aangepast worden. Zo zijn eengezinswoningen met tuin in de binnenstad onbetaalbaar
         voor de middenklasse, waardoor zijn naar de eerste gordel eromheen trekken. Het
         vergroten van de afstand tot de stad is een typische strategie voor iets minder
         kapitaalkrachtige gezinnen die opgroeiden in de suburbane rand en graag in de nabijheid
         van familie en jeugdvrienden willen wonen. Doch, omwille van te hoge vastgoedprijzen in
         de eerste rand trekken zij vaak een of twee gemeenten verder, waar de prijzen opnieuw
         lager liggen. Verouderde randstedelijke arbeidersbuurten of oude dorpskernen worden
         tenslotte ingevuld door minder welstellende jongvolwassenen en meer atypische
         huishoudens zoals eenoudergezinnen en alleenstaanden die toch een suburbane
         woonplaats verkiezen. Wat betreft diegenen die in de stad willen blijven wonen kunnen
         alleen de meer kapitaalkrachtigen in de gegentrificeerde buurten blijven wonen en er
         eventueel iets aankopen, vaak blijven ze langer op de huurmarkt bij gebrek aan middelen.
         Door de hoge prijzen ziet men gentrifiers ook naar arbeidersbuurten opschuiven wat voor
         spanningen zorgt.

7.3.5.7  Evolutie huishoudens en woningbehoefte
         Sinds de algemene daling van het aantal geboorten in het midden van de jaren 1960,
         neemt de gemiddelde grootte van de huishoudens af, terwijl het aantal huishoudens nog
         steeds toeneemt. Deze grotere toename van het aantal huishoudens ten opzichte van het
         bevolkingsaantal, benoemt men met de term gezinsverdunning en is enerzijds te wijten
         aan de aanwezigheid van jongeren die het ouderlijk huis hebben verlaten, alleen gaan
         wonen en slechts later in een relatie stappen, anderzijds door het toenemend aantal

         1 AA VS 2  154                                © 2014 Arteveldehogeschool
   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159