Page 186 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 186
volkstellinggegevens per onderdeel van een gemeente verzameld. Zo een onderdeel van
een gemeente werd een statistische sector genoemd. Sinds de volkstelling van 1991
worden de statistische sectoren statistische buurten genoemd.
Een klassieke volkstelling levert om de 10 jaar een volledig en gedetailleerd beeld van de
bevolking. Nadelen zijn de hoge kost en het feit dat al bij al toch slechts om de 10 jaar een
momentopname wordt gemaakt. Het verschijnen van de resultaten laat ook te lang op
zich wachten. Een alternatief dat thans door het ADSEI wordt onderzocht, is een continue
enquêtering van individuen. Via het systeem van de vernieuwing van identiteitskaarten.
Vermits deze vernieuwing om de 10 jaar moet gebeuren, zal de houder van een
identiteitskaart minstens één keer per 10 jaar worden bevraagd en kan in een tijdspanne
van 10 jaar een groot deel van de bevolking relatief gemakkelijk worden gecontacteerd.
Volksschattingen
In veel ontwikkelingslanden bestaan er geen bevolkingsregisters en slechts af en toe
worden er tellingen georganiseerd van een beperkte omvang. Om enig idee te krijgen van
de bevolkingssituatie in deze landen is men vaak verplicht te steunen op schattingen,
steekproeven en berekeningen op basis van vermoedelijke geboorte- en sterftecijfers. Zo
neemt men steekproeven over de bevolking van een aantal representatieve dorpen uit
de streek. Ook worden enquêtes gehouden i.v.m. geboorten, sterften, enz. om de
bevolkingsevolutie in te schatten. Soms blijven er grote onzekerheden. Het is daarom op
geen tientallen miljoenen na te zeggen hoe groot de wereldbevolking is.
8.2.3 Cartografische voorstelling van bevolkingsgegevens
De bevolkingsspreiding wordt meestal weergegeven door twee soorten kaarten. De
eerste soort maakt gebruik van verschillende dichtheidscategorieën, relatieve waarden,
die bekomen worden uit de verhouding van het aantal mensen tot een bepaald gebied
(oppervlakte). Daar de tellingen van de bevolkingen gewoonlijk slechts beschikbaar zijn
volgens de staatkundige en bestuurlijke indelingen zijn deze indelingen ook gewoonlijk de
basis voor de meeste dichtheidskaarten. De tweede soort maakt gebruik van absolute
waarden. Zowel de punten- als de dichtheidskaarten zijn relatief eenvoudig, daar ze enkel
rekening houden met het aantal mensen en niet met hun eigenschappen. Zij
veronderstellen dus dat mensen van verschillende culturen en achtergronden gelijk zijn
wat betreft hun verworven eigenschappen en er wordt geen rekening gehouden met de
grote verscheidenheid van hun vaardigheden, technologische niveaus, fysisch welzijn,
genoten onderwijs en de mogelijkheden als voortbrengers en gebruikers. Er is dus geen
overbevolking uit af te lezen. Dergelijke kaarten verwaarlozen eveneens het feit dat
gebieden van vergelijkbare grootte markante verschillen kunnen vertonen in verband met
de natuurlijke hulpbronnen voor het onderhoud van menselijk leven. De meeste
bevolkingskaarten hebben dus ernstige tekortkomingen daar zij uitgaan van
gelijkschakeling van zowel de bevolking als van de oppervlakte.
Absolute kaartvoorstelling
Men streeft ernaar de spreiding van de bevolking zo nauwkeurig en zo duidelijk mogelijk
weer te geven. Het is duidelijk dat absolute bevolkingscijfers hier dienen gebruikt te
1 AA VS 2 186 © 2014 Arteveldehogeschool

