Page 252 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 252
gemiddelde te brengen. Dit veronderstelt een verbetering van de algemene en
beroepsopleiding in de achtergebleven regio’s, maar ook een efficiënter gebruik van het
menselijke kapitaal. Maar volgens de Europese Commissie zou, wegens het lage BBP per
hoofd in de nieuwe lidstaten ‘een convergentie van de regio’s in de verruimde EU bij het
huidige tempo tenminste drie generaties duren’.
Besluit
De uitbreiding van de EU naar het oosten vanaf 2004 heeft niet alleen veranderingen
meegebracht voor de nieuwe lidstaten, maar heeft ook de EU-15-landen voor structurele
uitdagingen geplaatst. Samen met de eenheid wordt immers de verscheidenheid groter.
Men spant zich in om deze verscheidenheid tussen de lidstaten met behulp van
indicatoren te meten, of om de landen te ordenen volgens ontwikkelingsgraad. Daarbij
wordt vooral het BBP als kerncijfer gebruikt, maar het staat vast dat het BBP het laatste
woord spreekt noch over de inkomensverdeling, noch over het individuele welzijn en de
tevredenheid van de mensen. De regionale ongelijkheden vormen een meer complexe
realiteit dan door de regionale verschillen van het BBP per hoofd en van de tewerkstelling
gesuggereerd kan worden. Daarom moeten er meer indicatoren gebruikt worden, die op
sterkere of zwakkere structuren kunnen wijzen.
Meer weten:
- http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/eurostat/home biedt toegang
tot gegevens en indicatoren.
- http://europa.eu/ levert gegevens en feiten over de EU, haar opbouw en de
uitbreiding.
9.2.3 Verklaren van de ongelijkheden40
Doorloop de onderstaande stappen om na te gaan hoe de regionale verschillen in Europa
verklaard kunnen worden.
Opzet
De Europese Unie is in 2007 tot 27 leden uitgebreid. De toetredingsonderhandelingen
tussen de EU en Turkije gingen in het najaar van 2005 van start. Terwijl over een aantal
thema’s de gesprekken afgerond of aan de gang zijn, werden andere hoofdstukken naar
het vriesvak verwezen. Over eventuele uitbreidingen wordt altijd veel gediscussieerd.
Vaak wordt door regeringen van lidstaten verklaard dat het op zich niet erg is als landen
toetreden tot de Unie, maar dat men nog niet wil dat er vrij verkeer van arbeidskrachten
is. Een compromis dat vaak bereikt wordt is dat een land wel al toegelaten wordt tot de
Europese Unie, maar dat arbeidsmigratie de eerste paar jaar nog niet volledig is
toegestaan. Maar waar zijn de lidstaten eigenlijk bang voor, en is het al dan niet terecht
dat EU-landen arbeidsmigratie willen verbieden? Deze vraag kan men deels
beantwoorden door de regionale economische verschillen binnen EU-landen enerzijds en
40 (Bosma, sd) 252 © 2014 Arteveldehogeschool
1 AA VS 2

