Page 65 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 65
zich al snel uit naar de Emscherzone in het noorden. De nieuwe nederzettingen in de
Emscherzone, zoals Oberhausen, Bottrop en Gelsenkirchen, kwamen tot een snelle
ontwikkeling. Dit soort nieuwe steden werd gekenmerkt door een onsamenhangende
structuur met weinig planning, en telde vooral Poolse arbeiders als inwoners. Later
kwamen zij ook uit Tsjechië, Slowakije, Italië en Nederland. Maar omdat iedereen eigenlijk
een ‘vreemdeling’ was en iedereen met elkaar werkte, verliep de integratie zeer goed en
is er altijd een open instelling geweest ten opzichte van nieuwkomers. Tot iets na de
eeuwwisseling breidden de mijnbouw en de staalindustrie zich nog verder naar het
noorden uit. In de Lippezone kwamen steden als Hamm en Marl tot een snelle
ontwikkeling. Ook de westen van de Rijn kwam in deze periode nog een kleine
industriezone rond Moers bij Duisburg, de zogenoemde Rijnzone.
De Eerste Wereldoorlog en het interbellum
In de Eerste Wereldoorlog was het Ruhrgebied voor Duitsland van levensbelang. Vrijwel
alle staal- en ijzerfabrieken schakelden over op de oorlogsindustrie en fabriceerden
enorme hoeveelheden oorlogsmaterieel. Het gebied kreeg al snel de reputatie van
‘wapensmid van het rijk’. Toen de Eerste Wereldoorlog voorbij was, raakte de industrie
in een kortstondige grote crisis. Duitsland kreeg immers enorme herstelbetalingen
opgelegd. Het Ruhrgebied kreeg hierbij prioriteit bij de omschakeling van oorlogs- naar
normale industrieproducten. Het Ruhrgebied wist er economisch en sociaal bovenop te
komen. Hieraan lagen een aantal redenen ten grondslag:
- Door de ontdekking dat uit kolen benzine gemaakt kon worden, kwam er al snel
een chemische industrie; ook de halffabrikatenindustrie kwam op.
- Binnen de staalindustrie vonden verschillende innovaties plaats.
- Industrie en mijnbouw rationaliseerden en in plaats van extensieve groei vond nu
een intensivering van de groei plaats.
- De relatie tussen arbeidsplaats en woning werd opgeheven en de staat ging zich
meer en meer met de woningbouw en de woonomgeving bemoeien.
In 1929, toen de befaamde ‘zwarte vrijdag’ de beurkrach op de New-Yorkse beurs de
wereldeconomie in een enorme crisis deed belanden, raakte ook de industrie in het
Ruhrgebied in het slop. Er ontstond grote werkloosheid. Toen in 1933 de nationaal-
socialisten onder leiding van Hitler aan de macht kwamen, kwam wederom een
uitgebreide bewapening op gang. Het Ruhrgebied boette wel in wat betreft het belang
voor de oorlogsindustrie. Veel bedrijven waren immers exportgericht en konden zich
maar moeilijk vinden in het streven naar autarkie, met alle exportbeperkende
maatregelen van dien.
Tweede Wereldoorlog, wederopbouw en Wirtschaftswunder
Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het Ruhrgebied door de geallieerden als
wapensmid van het rijk gezien, met als gevolg van het gebied onophoudelijk werd
gebombardeerd. Een gebrek aan grondstoffen en energie, de dreiging van demontage
van veel apparatuur, inflatie en economische chaos bemoeilijkten de heropbouw van de
productie na de oorlog zeer. Daarnaast was er een gebrek aan bekwame arbeidskrachten
1 AA VS 2 65 © 2014 Arteveldehogeschool

