Page 64 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 64

Teken een memoschets van het Ruhrgebied. Breng hierop zeker de verschillende zones
op aan, alsook de grootse steden, waterlopen en wegen. Voorzie de memoschets van
noordpijl, schaal, titel en legende.

                                       Figuur 34: Memoschets van het Ruhrgebied

    De Industriële Revolutie

Vanaf de 19e eeuw kwam het Ruhrgebied in een stroomversnelling ten gevolge van een
aantal ontwikkelingen. Vooreerst was het voor ondernemers eenvoudiger geworden om
te investeren in het gebied doordat de regering subsidies voor de ontwikkeling van
industrie verleende. In de tweede plaats kwamen vele innovaties voort uit de uitvinding
van de stoommachine in Engeland, waarvan de eerste in 1799 werd geïmporteerd naar
het Ruhrgebied en er onmiddellijk werd nagebouwd. De stoommachines waren nodig om
grondwater weg te pompen en ze werden ook gebruikt om schachten te boren,
ventilatoren en liften aan te drijven en gesteente naar boven te brengen. Daarnaast
werden ze ook gebruikt bij de verwerking van staal. In de derde plaats ontdekte men een
steenkoollaag onder de magere koollagen, die vetkolen bevatte. Deze waren geschikt
voor het maken van cokes, die in de hoogovens konden worden gebruikt. Omdat voor het
verhitten van één ton ruw ijzer twee ton cokes nodig zijn, werd nabijheid van
steenkoolmijnen de belangrijkste vestigingsfactor voor de staalindustrie. Parallel aan de
ontwikkeling van de staalindustrie, ontwikkelde zich in het Ruhrgebied een uitgebreid
spoorwegennet. Er ontstond een zelfversterkend systeem: met de bouw van treinen en
sporen werd enerzijds het vervoer van kolen en staal gemakkelijker, anderzijds was de
bouw hiervan ook een inkomstenbron voor de staalindustrie. Dit alles betekende een
enorme impuls voor de industriële ontwikkeling van het Ruhrgebied. De bescheiden
industrie in de Ruhrzone raakte al snel op de achtergrond en de steden in de Hellwegzone,
met de vetkolen, ontwikkelden zich razendsnel. Essen, dat voor de ontdekking van de
vetkolen nog maar 10.000 inwoners telde, groeide tot het begin van de 20e eeuw
bijvoorbeeld tot 230.000 inwoners. Op allerlei manieren breidde de bebouwing zich uit,
langs uitvalswegen, rond de fabrieken en mijnen of als planloze bebouwing in de akker-
en weilanden. Vanwege deze ongebreidelde ontwikkeling stond het gebied ook wel
bekend als het ‘wilde westen’ van het toenmalige Pruisen.

    De Gründerzeit

Tussen 1870 en de Eerste Wereldoorlog, de Gründerzeit, toen Duitsland werd verenigd
tot één staat, zaten de staalindustrie en mijnbouw in de lift en breidde het Ruhrgebied

1 AA VS 2  64 © 2014 Arteveldehogeschool
   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69