Page 63 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 63
steenkoolwinning is begonnen in de zuidelijk gelegen Ruhrzone, waar deze in dagbouw
kon plaatsvinden. Rond 1850 raakten deze mijnen uitgeput en verplaatste de winning zich
naar de Hellwegzone, hetgeen betekende dat men voor de kolenwinning schachten moest
aanleggen. Door de schuine gelaagdheid van de steenkoollagen werden de schachten bij
het verder opschuiven van de productie steeds dieper. De kolenmijnen in de Rijnzone zijn
pas na 1900 in bedrijf genomen. Deze zone is echter vooral bekend vanwege de
hoogovenbedrijven; de ijzererts kon goedkoop over de Rijn worden aangevoerd.
Duid op de volgende figuur de vijf deelzones van het Ruhrgebied aan. Bekijk hiervoor eerst
goed de ligging van de waterlopen.
Figuur 33: Geleding van het Ruhrgebied
In het Ruhrgebied wonen momenteel zo’n 5,3 miljoen mensen. Het is dan ook niet voor
niets dat de regio zich graag presenteert als ‘Metropole Ruhr’, die na Londen en Parijs de
derde grootste stedelijke agglomeratie van Europa zou zijn. Essen, met net geen 600.000
inwoners, wordt doorgaans beschouwd als de kernstad van het Ruhrgebied. Dortmund is
ongeveer even groot. Andere grote steden zijn Duisburg, Bochum, Gelsenkirchen,
Oberhausen en Hagen. In feite is er in het Ruhrgebied sprake van een aaneengesloten
stedelijke bebouwing. De oorzaak van de sterk uitgedijde steden ligt in de noordwaartse
verplaatsing van de mijnbouw. Rond de mijnen ontstonden talrijke bedrijven, met
bijbehorende woongebieden.
4.3.1.2 Historische ontwikkeling van het Ruhrgebied
Voor de Industriële Revolutie
Voordat de Industriële Revolutie het Ruhrgebied bereikte, werd het gebied gekenmerkt
door land- en bosbouw. Een uitzondering hierop was de Hellweg; aan deze handelsroute
ontwikkelde Dortmund zich tot de belangrijkste handelsstad van de regio en ontstonden
steden als Duisburg, Mülheim, Essen en Bochum. Ten zuiden van de Ruhr, in de Ruhrzone,
werd al lange tijd voor de Industriële Revolutie aan de oppervlakte enige steenkool
gewonnen, maar door de mindere kwaliteit van de kolen was de steenkool enkel geschikt
voor lokaal of regionaal gebruik. Ook bevond zich daar kleinschalige textiel- en
ijzerverwerkende nijverheid.
1 AA VS 2 63 © 2014 Arteveldehogeschool

