Page 144 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 144
bedrijven, namelijk 73% zowel in 1999 als in 2004. Er is een kleine achteruitgang van de
centrale steden, met name van 53,9% in 1999 naar 52,4% in 2004 met dus een kleine
verschuiving naar de andere agglomeratiegemeenten en naar de banlieue waar het
aandeel van toegevoegde waarde tegenover het Rijk licht stijgt.
6.3.5.5 Stadsgewesten en multiculturaliteit
De verschillen wat betreft multiculturaliteit tussen de stadsgewesten zijn groot, bepaald
door de grootte van de stad, haar functie en ligging in België. Enkele bevindingen zijn:
- In de stadsgewesten heeft bijna 15% van de bevolking een niet-Belgische
nationaliteit en de concentratie is bijzonder hoog in de centrale steden, namelijk 19,8
van de bevolking, terwijl dit aandeel slechts 6% bereikt in de banlieue. Deze cijfers
worden sterk beïnvloed door die van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (BHG), die
merkelijk hoger zijn dan voor Vlaanderen.
- Dit betekent dat de stadsgewesten verhoudingsgewijze veel niet-Belgen
concentreren: in het BHG en de centrale steden wonen 56% van de niet-Belgen
terwijl deze centrale steden 29,9% van de totale bevolking herbergen.
- De grote steden tellen heel wat meer niet-Belgen in hun bevolking dan de regionale
steden. Omwille van ligging zijn er enkele regionale steden met meer vreemdelingen,
zoals Turnhout door de vestiging van veel Nederlanders.
- De structuur van de herkomst verschilt sterk tussen centrale stad en banlieue: in de
centra zijn er veel meer niet EU15-burgers dan in de banlieue.
- Terwijl de centrale steden ‘slechts’ 45% van de EU15 (excl. Belgen) herbergen, is dit
80% voor de Marokkanen en ca. 70% voor de EU27-15-leden, de migranten uit Zwart-
Afrika, Latijns-Amerika en Azië. Deze structurele verschillen worden ook
teruggevonden indien men alleen maar de gemeenten van stadsgewesten in
Vlaanderen beschouwt: 22% van de Marokkanen die in België leven wonen in
centrale steden van Vlaanderen en slechts 1% in de banlieue.
6.3.5.6 Ommekeer in de demografische dynamiek?
▪ Bevolkingsevolutie
De individuele stadsgewesten vertonen uiteenlopende evoluties. Gemiddeld is de groei
van de stadsgewesten van de grote steden de grootste, in het bijzonder wat Brussel,
Antwerpen en Gent betreft. Daarenboven is de groei van die stadsgewesten vooral het
gevolg van de groei in het centrale deel.
Tabel 5: Bevolkingsevolutie binnen de geledingen van de stedelijke leefcomplexen
Bevolkingsevolutie 1981-1991 1991-2001 2001-2011
Centrale stad 0,96 0,99 1,09
Stadsrand 1,02 1,02 1,04
Agglomeratie 0,98 1,00 1,08
Banlieue 1,08 1,07 1,06
Stadsgewesten 1,00 1,02 1,07
Forensenwoonzone 1,03 1,05 1,06
Stedelijke leefcomplexen 1,01 1,02 1,07
Rijk 1,01 1,03 1,07
1 AA VS 2 144 © 2019 Arteveldehogeschool

