Page 149 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 149

6.4.2    Bebouwing in het landschap

               6.4.2.1  Leerplandoel
                        (1.2) (U) De complexe spreiding van de bebouwing over het landschap structureren door
                        kernen  en  verspreide  bebouwing  op  orthofoto’s  en  topografische  kaarten  te
                        onderscheiden.


               6.4.2.2  Begripsomschrijving
                        De beschrijving van de spreiding van de bebouwing over het landschap kan men vanuit
                        verschillende oogpunten benaderen.


                        6.4.2.2.1  Soorten bebouwing volgens dichtheid
                        Wil  men  op  een  beperkte  ruimte  (op  grote  cartografische  schaal)  de  bebouwing
                        beschrijven  en  zoals  op  het  visueel  niveau  van  een  straat,  dan  kan  men  de  soorten
                        bebouwing beschrijven op basis van hoe dicht of hoe ver gebouwen van elkaar staan in
                        de straat:


                        -   Gesloten bebouwing: Alle gebouwen staan zonder onderbreking met de zijgevels
                            tegen elkaar gebouwd. Men spreekt ook van een gebouw met twee gevels, namelijk
                            voor- en achtergevel.
                        -   Open bebouwing: De gebouwen staan los van elkaar. Men kan rondom elk gebouw
                            lopen. Men spreekt ook van een gebouw met vier gevels of een vrijstaand gebouw.
                        -   Halfopen bebouwing: De gebouwen staan twee per twee tegen elkaar gebouwd.

                            Naast de vrije zijgevel is er meestal een tuin of inrit naar de garage. Men spreekt van
                            een gebouw met drie gevels of een halfvrijstaand gebouw.














                                             Figuur 91: Gesloten, open en halfopen bebouwing

                        Bij stedenbouwkundige vergunningen, in de vastgoedsector en in de gewone omgangstaal
                        worden deze benamingen courant gebruikt. In de eerste graad introduceerde men over
                        deze types bebouwing het begrip ‘bebouwingsdichtheid’.

                        6.4.2.2.2  Soorten bebouwing volgens spreiding
                        Van op straat kan je maar een deel van de bebouwing zien. Op een luchtfoto en op een
                        topografische kaart, op schaal 1:10.000 tot 1:50.000, heb je een beter overzicht en kan je
                        ook de spreiding en verdichting van de bebouwing bestuderen. Die verdichtingen komen
                        voor  een  groot  deel  overeen  met  concentraties  van  bebouwing  die  enkele  decennia
                        geleden nog als dorpen en steden veel duidelijker van elkaar te onderscheiden waren.
                                                                                          ste
                        Maar lintbebouwing en verspreide bebouwing, die Vlaanderen begin 21  eeuw sterk
                        kenmerken, bemoeilijken het onderscheiden van die geconcentreerde bebouwing. Toch
                        kan men volgende patronen van bebouwing onderscheiden:



                        1 AA VS 2                             149                  © 2019 Arteveldehogeschool
   144   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154