Page 147 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_1920
P. 147

en  is  de  leeftijdscategorie  waarop  suburbanisatie  in  grote  getale  plaatsvindt,
                        toegenomen.  Daarnaast  merkt  men  de  grotere  aantrekkingskracht  van  de
                        forensenwoonzone. Vooral jonge suburbanten komen hoe langer hoe meer op grotere
                        afstand van de stad terecht, wellicht vanwege de lagere vastgoedprijzen.

                          ▪  Nieuwe gedragingen bij de jongvolwassenen?

                        De studie ‘Woongedragingen van jongvolwassenen in tijden van post-Fordisme: op zoek
                        naar een boerderij naast de beurs’ geeft aan het suburbanisatieproces enkele nieuwe
                        eigenschappen vertoont. Zo is de leeftijd waarop men wegtrekt uit de stad licht gestegen
                        en de leeftijdscategorie waarop suburbanisatie in grote getale plaatsvindt, is eveneens
                        toegenomen. Daarnaast duiden de analyses naar de plaatsen van vertrek en aankomst op
                        een grotere aantrekkingskracht van de forensenwoonzone. Vooral jonge suburbanten
                        komen hoe langer hoe meer op grotere afstand van de stad terecht, wellicht vanwege de
                        lagere vastgoedprijzen. Uit de studie blijkt ook dat jongvolwassenen op jonge leeftijd hun
                        woonplaats kiezen in functie van haar omgeving waarbij de nadruk ligt op een voldoende
                        aanwezigheid  van  openbaar  vervoer,  voorzieningen,  diensten,  ontspannings-
                        mogelijkheden en niet het minst, vrienden. Later neemt het belang van woonkwaliteit op
                        zich toe: men wilt een eengezinswoning aankopen die voldoende ruim is opdat men er
                        met kinderen kan wonen, die een tuin heeft en van betere kwaliteit is dan de voorgaande
                        woningen.  Men  wordt  bij  het  zoeken  naar  een  woning  ook  geconfronteerd  met
                        beperkingen en restricties, zoals  hoge vastgoedprijzen, waardoor de woonwens moet
                        aangepast worden. Zo zijn eengezinswoningen met tuin in de binnenstad onbetaalbaar
                        voor  de  middenklasse,  waardoor  zijn  naar  de  eerste  gordel  eromheen  trekken.  Het
                        vergroten  van  de  afstand  tot  de  stad  is  een  typische  strategie  voor  iets  minder
                        kapitaalkrachtige gezinnen die opgroeiden in de suburbane rand en graag in de nabijheid
                        van familie en jeugdvrienden willen wonen. Doch, omwille van te hoge vastgoedprijzen in
                        de eerste rand trekken zij vaak een of twee gemeenten verder, waar de prijzen opnieuw
                        lager liggen. Verouderde randstedelijke arbeidersbuurten of oude dorpskernen worden
                        tenslotte  ingevuld  door  minder  welstellende  jongvolwassenen  en  meer  atypische
                        huishoudens  zoals  eenoudergezinnen  en  alleenstaanden  die  toch  een  suburbane
                        woonplaats verkiezen. Wat betreft diegenen die in de stad willen blijven wonen kunnen
                        alleen de meer kapitaalkrachtigen in de gegentrificeerde buurten blijven wonen en er
                        eventueel iets aankopen, vaak blijven ze langer op de huurmarkt bij gebrek aan middelen.
                        Door de hoge prijzen ziet men gentrifiers ook naar arbeidersbuurten opschuiven wat voor
                        spanningen zorgt.


               6.3.5.7  Evolutie huishoudens en woningbehoefte
                        Sinds de algemene daling van het aantal geboorten in het midden van de jaren 1960,
                        neemt de gemiddelde grootte van de huishoudens af, terwijl het aantal huishoudens nog
                        steeds toeneemt. Deze grotere toename van het aantal huishoudens ten opzichte van het
                        bevolkingsaantal, benoemt men met de term gezinsverdunning en is enerzijds te wijten
                        aan de aanwezigheid van jongeren die het ouderlijk huis hebben verlaten, alleen gaan
                        wonen en slechts later in een relatie stappen, anderzijds door het toenemend aantal
                        echtscheidingen. Enkele cijfers hierbij: terwijl de bevolking van de stadsgewesten met 7%
                        toenam in de periode 2001-2011, nam het aantal huishoudens met 9% toe. In de banlieue




                        1 AA VS 2                             147                  © 2019 Arteveldehogeschool
   142   143   144   145   146   147   148   149   150   151   152