Page 276 - Aardrijkskunde Vakstudie 2_20142015
P. 276

ook duidelijk maken dat het onmogelijk is om de mensheid op te delen in een discreet
aantal zuivere en onveranderlijke rassen, mengrassen en subrassen in plaats van het nog
steeds te hebben over blanken, zwarten, gelen, zambo’s en mulatten. Enkel in de context
van xenofobie en racisme kan het over dergelijke groepen gaan. Dat er geen natuurlijke
grond is om te spreken van rassen, betekent immers nog niet dat de begrippen geen
sociale betekenis kunnen hebben.

    Geven van genuanceerde informatie

Als je als leerkracht bijvoorbeeld spreekt over kleding of woningen van andere volkeren,
spreek je beter over de kleding die nu dagelijks door de mensen wordt gedragen en over
de woningen zoals die er nu uitzien, eerder dan over hoe deze er vroeger uitzagen. Louter
en alleen de meest armzalige toestanden beschrijven is onvolledige informatie geven.
Bovendien hebben kleding en woning in veel andere landen een totaal andere functie dan
bij ons. Vergelijken van onze situatie met de situatie in die andere landen is niet zinvol
zonder verwijzing naar die andere functie. Doorheen alle inhouden zou deze rode draad
moeten lopen: in de kennismaking met het dagelijks leven van de mensen merken we dat
daar ook geleefd, gefeest, gegeten, e.d. wordt. Het accent wordt niet gelegd op alles wat
er niet is, op alles wat fout is. Het is immers ook de bedoeling dat kinderen/jongeren zich
eens kunnen inleven in die wereld want dan pas wordt dit heel erg duidelijk. Voor de
leerkracht die informatie doorgeeft aan een groep zijn volgende criteria waardevol:

    - Zorg er op de eerste plaats voor dat de informatie juist en precies is (ze mag dus
         bijgevolg niet gebaseerd zijn op mythen).

    - De gevonden informatie dient actueel te zijn. Dus informatie zoals Indianen met
         veren, een inwoner uit Kongo met een strooien rokje is verouderd.

    - De gegeven informatie moet zo volledig mogelijk zijn (naast arme mensen, heb je
         ook een middenklasse en rijke mensen).

    - Probeer aandacht te hebben voor het gewone. Vb. polygamie is eerder
         uitzondering dan regel, dus kan je daar beter de nadruk niet op leggen.

    - Besteed aandacht aan de maatschappelijke context. Een cultuurelement staat
         niet op zich, maar staat in verband met een ruimere sociale context.

    - Onverantwoord veralgemenen is niet zinvol. Elke cultuur heeft haar specificiteit.
    - Probeer de leerlingen tot een kritische houding te brengen, zelf een oordeel te

         leren vellen, zonder te moraliseren.
    - Praat niet enkel over de problemen. Mensen uit Afrika, Latijns-Amerika zijn niet

         enkel slachtoffers.
    - Wijs tenslotte op een aantal oorzaken van die wantoestanden.

    Correct taalgebruik

Omdat het woordgebruik vaak een houding weerspiegelt is letten op het taalgebruik
evenzeer belangrijk:

    - Het gebruik van verkleinwoorden houdt onderwaardering in, bv. arme zwartjes.
    - Beladen termen worden beter vermeden en vervangen door de juiste, bv. gebruik

         liever dorpschef in de plaats van opperhoofd.

1 AA VS 2  276  © 2014 Arteveldehogeschool
   271   272   273   274   275   276   277   278   279   280   281